
Naam: Robert Black
Bijnaam: Smelley Robbie
Geboren: 21 april 1947, Grangemouth Schotland
Overleden: 12 januari 2016
Aantal moorden: 4+
Straf: levenslang
Jeugd
Robert Black wordt geboren op 21 april 1947 in Grangemouth Schotland. Zijn moeder Jesse Black geeft op zijn geboortecertificaat geen naam op van wie zijn vader is. Jesse is een 24-jarige ongetrouwde vrouw, die in een fabriek werkt. In die tijd is het een schande om ongehuwd zwanger te zijn. Bovendien is ze niet in staat om, zowel financieel als emotioneel voor haar zoon te zorgen. Ze besluit hem ter adoptie af te staan. Na zes maanden wordt hij geadopteerd door de familie Tulip.
Zijn moeder Jesse trouwt binnen een jaar na Roberts geboorte. Met haar man krijgt ze vier kinderen, maar ze heeft nooit overwogen om ook voor haar eerste kind te zorgen. Sterker nog, ze heeft nooit tegen haar kinderen verteld dat ze nog een halfbroer hebben. Ze verhuizen naar Australië, zodat Jesse af is van het stigma van ongehuwd moeder.

Zijn nieuwe pleegouders Jack en Margaret Tulip zijn al in de vijftig als ze Robert in huis nemen. Ze wonen in Kinlochleven, in de West Highlands en hebben al vaker kinderen geadopteerd. Ze zijn conservatief en streng religieus.
Vanaf dat hij geadopteerd is wordt hij mishandeld, in eerste instantie alleen door zijn nieuwe vader. Buren zijn de kleine jongen vaak met blauwe plekken. Als Robert vijf jaar is overlijdt zijn vader Jack. Vanaf dan krijgt hij ook op zijn donder van zijn moeder. Margaret sluit hem op in de kast als hij niet luistert. Ook moet hij zijn broek naar beneden trekken en slaat zij hem met een riem op de billen. Naast de fysieke aftuiging wordt hij ook mentaal mishandeld. Als het kerst is zegt zijn moeder tegen hem, dat de kerstman dit jaar geen cadeautjes voor hem heeft. Zijn pleegbroertjes en zusjes krijgen wel cadeaus.
Robert is bang om ’s nachts naar bed te gaan. Hij is bang dat er een monster onder zijn bed ligt en dat dit monster hem gaat ontvoeren. Hij heeft een steeds terugkerende nachtmerrie over datzelfde monster. In zijn droom is het monster groot en harig en zit hij samen met dit monster in een kelder dat steeds verder volstroomt met water. Als hij wakker schrikt plast hij vaak in zijn bed. Dit levert hem weer een pak slaag van zijn moeder op. Hij mag zich daarna niet douchen voordat hij naar school moet.
Dit levert hem op school de bijnaam Smelley Robbie Tulip op. Omdat hij hiermee gepest wordt door zijn klasgenoten speelt hij liever met kinderen die jonger zijn dan hij. Bij jongere kinderen verandert hij van gepeste in de pester. Hoe ouder hij wordt, hoe agressiever. Zo heeft hij eens een jongen met een kunstbeen zonder reden in elkaar geslagen.
Van jongs af aan is Robert geobsedeerd door genitaliën, zowel die van hemzelf als die van meisjes. Als hij een jaar of vijf is vergelijkt hij zijn penis met de vagina van een meisje. Als Robert de vagina ziet is hij ervan overtuigd, dat hij een meisje had moeten zijn. Vanaf een jaar of acht stopt hij regelmatig objecten in zijn anus, iets wat hij tot op volwassen leeftijd volhoudt.
Als Robert elf jaar is overlijdt ook zijn pleegmoeder Margaret. Hij wordt in een ander pleeggezin geplaatst in Kinlochleven. Tijdens zijn verblijf in zijn nieuwe pleeggezin randt hij een meisje aan. Hij trekt een meisje een openbaar toilet in en streelt haar. Als zijn nieuwe pleegmoeder dit hoort stuurt ze hem naar een kindertehuis.
Hij komt terecht in een kindertehuis in Falkirk, een stad ten westen van Edinburgh. Ook daar komt hij in de problemen. Het is een tehuis waar zowel jongens als meisje wonen. Hij gaat regelmatig naakt voor de meisjes staan. Op een dag trekt hij met geweld het ondergoed van een meisje uit en wil haar aanraken. De leiding van het tehuis stuurt hem weg.
Robert komt terecht in het Red House Care Home in Musselburgh, een stad ten oosten van Edinburgh. Hier wonen alleen jongens en heerst een veel strikter beleid. In dit tehuis wordt hij seksueel misbruikt door een groepsleider. Drie jaar lang moet hij zijn verzorger oraal bevredigen. In 1963 wordt hij overgeplaatst naar een tehuis in Greenock, zo’n 100 kilometer verderop. Hij krijgt een bijbaantje als krantenbezorger.
Misdaden
Terwijl hij de kranten aan het bezorgen is, ziet hij een zevenjarige meisje lopen. Hij spreekt haar aan en vraagt haar of ze kittens wil zien. Het meisje gaat met hem mee naar een afgelegen kelder. Daar wurgt hij haar tot ze bewusteloos is en bevredigd zichzelf. Hij verlaat de kelder, niet wetend of het meisje nog leeft.
De volgende dag wordt hij opgepakt. Hij wordt alleen schuldig bevonden aan onzedelijk gedrag, niet aan ontvoering of aanranding. Hij wordt onderzocht door een psychiater. Volgens hem zou Robert geen gevaar vormen voor de maatschappij en zou dit een eenmalig incident zijn geweest. Hij kreeg alleen een vermaning.
In 1966 verhuist hij terug naar Kinlochleven, waar hij eerder met zijn adoptieouders heeft gewoond. Hij huurt een kamer bij een gezin. Op een avond wordt hij gevraagd om op te passen op de negenjarige dochter van het gezin. Tijdens het oppassen randt hij het meisje aan. Haar ouders doen aangifte en Robert wordt veroordeeld tot een jaar jeugddetentie wegens aanranding van een minderjarige. Hij wordt opgesloten in Polmont jeugdgevangenis in Brightons.
Als hij in 1968 vrijkomt verhuist hij naar Londen. De eerste jaren brengt hij door in een hostel. Hij heeft verschillende baantjes, waaronder een job als badmeester in een zwembad. Stiekem fotografeert hij jonge meisjes in badkleding. Hij bewaart deze foto’s in een koffer, die hij onder zijn bed verstopt. Als blijkt dat hij een jong meisje heeft gestreeld in het zwembad wordt hij al snel ontslagen. Er wordt geen aangifte gedaan.
Robert ontdekt een boekwinkel in Kings Cross, waar ze pornografisch materiaal verkopen. In het grootste gedeelte van de winkel worden normale pornografische tijdschriften en boeken verkocht. In een gedeelte achterin de winkel bevinden zich de meer heftige beelden. En dan is er nog een gedeelte, waar je alleen mag komen als je een trouwe bezoeker van de boekwinkel bent. Daar bevindt zich, in het geheim, de afdeling kinderporno. Robert is een fervent bezoeker van deze afdeling.
Robert is regelmatig te vinden in de kroeg The Three Crowns. Hij speelt graag een potje darts en is er goed in. In die kroeg ontmoet hij Edward en Kathy Rayson. Ze raken aan de praat en het klikt tussen het stel in Robert. Als ze horen dat hij al jaren in een hostel verblijft bieden ze hem aan, dat hij hun zolderkamer mag huren. In 1972 verhuist hij naar hun huis in Stamford Hill. Robert heeft eindelijk een plek voor zichzelf.
In 1976 koopt hij een wit Fiat-busje en gaat aan de slag als bezorger voor het bedrijf Poster, Dispatch and Storage. Hij bezorgt posters en billboards door het hele Verenigd Koninkrijk én Europa. Robert staat bij het bedrijf bekend als een harde betrouwbare werknemer, die geen enkel probleem heeft met de lange afstanden die hij soms moet afleggen. Voor hem is dit werk de ideale gelegenheid om op verschillende plekken kinderen te begluren, ontvoeren en aan te randen. Om niet herkend te worden, verandert hij zijn uiterlijk regelmatig. Hij scheert regelmatig zijn baard af, heeft verschillende brillen in zijn busje liggen en scheert zelfs soms zijn hoofd kaal.
In de buurt van speeltuinen lokt hij kinderen naar zijn busje. De achterruit heeft hij dichtgemaakt met gordijnen, zodat niemand naar binnen kan kijken. Naar eigen zeggen heeft hij op deze manier zo’n 30 tot 40 kinderen ontvoerd en misbruikt.
Op 12 augustus 1981 is de inmiddels 34-jarige Robert posters aan het bezorgen in Noord-Ierland. Door zijn werk als bezorger heeft hij alle tijd en gelegenheid om op zoek te gaan naar jonge meisjes. In Ballinderry, een klein dorp in het midden van Noord-Ierland ziet hij een meisje fietsen. Het is de negenjarige Jennifer Cardy. Het is een zomerse dag en Jennifer heeft vakantie. Ze heeft net een nieuwe fiets en is onderweg om deze aan een vriendinnetje te laten zien. De meisjes verheugen zich op het kinderkamp waar ze de volgende dag naartoe zullen gaan en willen bespreken wat ze allemaal mee willen nemen. Ze neemt afscheid van haar moeder en fietst weg.
Robert spreekt Jennifer aan. Het meisje stapt van haar fiets en parkeert deze aan de kant van de weg. Ze loopt naar Robert toe en voor ze het weet grijpt hij haar vast en trekt haar zijn busje in. Hij bindt haar vast en legt haar achterin zijn bestelbus. Hij gooit haar fiets achter de bosjes aan de kant van de weg. Als hij zeker weet dat niemand hen heeft gezien rijdt hij weg.
Als Jennifer rond half zes nog niet thuis is gaan de ouders haar zoeken. Ze blijkt nooit bij haar vriendinnetje te zijn aangekomen. Ze zoeken de hele buurt af, maar geen spoor van hun dochter. Ze gaan naar de politie en geven haar als vermist op. De politie gaat meteen op zoek. Rond middernacht vinden ze haar fiets in de bosjes. De standaard is naar beneden, wat betekent, dat Jennifer haar fiets geparkeerd heeft en met iemand heeft gepraat.
De volgende dag schakelt de politie het leger in en honderden mensen uit het dorp helpen met zoeken naar Jennifer. Ze vinden niets. Zes dagen later wordt haar lichaam gevonden door twee jagers. Ze ligt zo’n 25 kilometer verderop in de buurt van een parkeerplaats bij Hillsborough. Na autopsie blijkt, dat ze is verkracht en gewurgd.

Een jaar later op 30 juli 1982 slaat Robert weer toe, dit keer in Cornhill-on-Tweed, op de grens van Engeland en Schotland. Op de brug van de rivier de Tweed ziet hij een meisje lopen. Het is de elfjarige Susan Maxwell. Susan komt van een boerderij, zo’n anderhalve kilometer buiten het dorp. Ze heeft net tennisles gehad. Tot nu toe brachten en haalden haar ouders haar altijd, maar vandaag mag ze voor het eerst alleen lopend naar de tennis en weer terug. Met haar gele sportshirt en witte korte broek loopt ze met haar tennisracket in haar hand terug naar huis. Al lopend zwaait ze met haar racket, alsof ze nog even de forehand en backhand aan het oefenen is. Dan wordt ze aangesproken door Robert. Hij trekt haar zijn busje in en rijdt weg. Ondertussen heeft de moeder van Susan zich bedacht. Ze vindt het toch eng, dat haar dochter alleen over een afgelegen weg loopt en rijdt richting het dorp. Haar dochter is verdwenen. Ze gaat meteen naar de politie. Zij zijn bang, dat ze misschien van de brug in het water is gevallen. Het hele gebied, inclusief de rivier wordt uitgekamd, maar Susan wordt niet gevonden. Er wordt 300 man politie ingeschakeld en verschillende panden rondom Cornhill-on-Tweed worden onderzocht, maar tevergeefs. Het enige aanknopingspunt dat de politie heeft is, dat er een wit busje is gezien op de brug rondom de tijd van de verdwijning van Susan. Maar zonder kenteken kunnen ze niets.
Twee weken later rijdt een vrachtwagenchauffeur in de buurt van Uttoxeter in Staffordshire in Engeland. In de struiken ziet hij een ontkleed lichaam van een meisje liggen. Het lichaam is al in verre staat van ontbinding. Na langdurig onderzoek wordt duidelijk om wie het gaat. Het is Susan Maxwell. Een doodsoorzaak is niet meer te achterhalen door de slechte toestand van haar lichaam. Robert heeft haar vlak na haar ontvoering verkracht en vermoord. Hij heeft haar lichaam nog meer dan 24 uur in zijn busje laten liggen en is gewoon doorgegaan met zijn werk. Toen hij posters moest bezorgen vanuit Londen naar Glasgow heeft hij haar lichaam in Staffordshire in de buurt van Uttoxeter uit zijn busje gegooid. Dit ligt meer dan 400 kilometer van Susans woonplaats Cornhill-on-Tweed. Het is daardoor voor de politie onmogelijk om een dader aan te wijzen.
Een jaar later, weer in de zomervakantie, op 8 juli 1983 rijdt Robert door Edinburgh in Schotland. In de wijk Portobello ziet hij een meisje lopen. Het is de vijfjarige Caroline Hogg. De wijk Portobello ligt aan de kust van de Noordzee. Caroline is onderweg naar de speeltuin om nog even te schommelen. Robert spreekt haar aan. Er is kermis in de wijk en hij vraagt het meisje of ze met hem mee gaat naar de kermis. Dat lijkt haar wel wat. Hand in hand lopen ze over de boulevard naar de kermis toe. Robert geeft haar 15 pence, waarmee ze in de draaimolen gaat. Als de draaimolen klaar is neemt hij haar mee naar zijn busje. Hij bindt haar vast en ontvoert Caroline. Hij rijdt het busje naar een rustige plek en verkracht en vermoordt haar. Hij laat haar lichaam nog minstens 24 uur in zijn busje liggen. Als hij weer onderweg is om posters af te leveren dumpt hij haar lichaam in een sloot, vlakbij de snelweg M1.
Als Caroline rond half acht nog niet thuis is van het buitenspelen worden haar ouders ongerust. Ze gaan de wijk in om haar te zoeken. Een buurjongen zegt, dat hij Caroline met een man over de boulevard heeft zien lopen. Haar ouders zoeken de boulevard af, maar vinden geen Caroline. Ze gaan naar de politie om haar als vermist op te geven. De politie pakt het groots aan. Ze schakelen vijftig militairen en 2000 vrijwilligers in om te helpen zoeken. Eerst in Portobello en daarna in heel Edinburgh. Dit is de grootste zoektocht in Schotland tot dan toe. De verdwijning van Caroline wordt groot uitgemeten in alle kranten in het Verenigd Koninkrijk. Getuigen zeggen dat ze Caroline hebben gezien met een man met een bril, die er smoezelig uitzag. Ze zouden hen hebben gezien op de boulevard en op de kermis.
Tien dagen later op 18 juli 1983 wordt het lichaam van Caroline Hogg gevonden in een sloot in de buurt van Twycross in Leicestershire in Engeland. Dit ligt zo’n 500 km bij Edinburgh vandaan. Door de ontbinding kan niet worden vastgesteld hoe ze om het leven is gebracht. Omdat ze naakt is gevonden gaat de politie ervan uit dat ze seksueel misbruikt is. Als ze kijken naar de insecten die op haar lichaam te vinden zijn concluderen ze, dat ze waarschijnlijk rond 12 juli hier gedumpt is.
De politie van Leicestershire, waar Caroline Hoggs lichaam werd gevonden en de politie van Staffordshire, waar Susan Maxwell werd gevonden zijn ervan overtuigd dat beide kinderen door dezelfde dader zijn ontvoerd en vermoord. Ze zijn beiden op straat aangesproken en meegenomen en ze zijn allebei op dezelfde manier gedumpt. Omdat beide meisjes op grote afstand van hun woonplaats zijn gevonden denkt de politie dat de dader een vrachtwagenchauffeur, bezorger of vertegenwoordiger moet zijn. Beide meisjes zijn op een vrijdag ontvoerd, dus de kans is groot, dat de dader zich moet houden aan bepaalde levertijden voor zijn werk. De politieteams zijn het erover eens, dat een senior rechercheur de leiding moet hebben en ze stellen de ervaren hoofdcommissaris Hector Clark aan als leidinggevende. Het eerste wat Clark verandert is de archivering van alle gegevens. Tijdens het onderzoek naar The Yorkshire Ripper is er veel misgegaan rondom het kaartenbaksysteem dat werd gebruikt om informatie te verzamelen. Daardoor kon de uiteindelijke dader Peter Sutcliffe pas veel later worden opgepakt. Clark besluit om alle informatie te verzamelen in een computersysteem, genaamd HOLMES. Alle politiebureaus in het Verenigd Koninkrijk hebben toegang om zo een betere samenwerking te bevorderen.

Zo’n tweeëneenhalf jaar later, op 26 maart 1986 maakt Robert zijn vierde slachtoffer. De tienjarige Sarah Harper gaat rond kwart voor acht ’s avonds nog even een brood kopen voor haar moeder bij een winkel om de hoek in Morley, een buitenwijk van Leeds in Engeland. Als ze haar brood heeft afgerekend en de winkel uit wil lopen komt Robert de winkel binnen. Als hij het meisje ziet koopt hij snel iets en gaat achter haar aan. Hij neemt haar mee zijn busje in, waar hij haar aanrandt en vermoordt. Nog diezelfde nacht dumpt hij haar lichaam in de rivier de Soar, in de buurt van Nottingham, meer dan 100 km verderop.
Als Sarah rond half negen nog niet thuis is gaat haar moeder zoeken in de buurt. Als dat niets oplevert geeft ze haar dochter als vermist op. De politie pakt het meteen groots aan. Er worden 100 agenten fulltime op de zaak gezet. Via getuigenverklaringen horen ze, dat er een verdacht wit busje is gezien in de wijk op de avond, dat Sarah verdween. De bestuurder zou een kalende gedrongen man zijn. Veel meer informatie krijgt de politie niet. De ontvoering van Sarah wordt op de telex gezet, met de vraag om op te letten of in de buurt van de vindplaats van de lichamen van Susan Maxwell en Caroline Hogg.

Ruim drie weken later op 19 april 1986 wordt haar lichaam gevonden door een man die zijn hond uitlaat. Haar lichaam ligt in rivier de Trent in de buurt van Nottingham. Rivier de Soar, waar Robert haar heeft gedumpt is een zijrivier van de Trent, dus waarschijnlijk is haar lichaam afgedreven. Haar lichaam is halfnaakt en haar mond is afgeplakt met tape. Na autopsie blijkt dat ze is overleden door verdrinking. Ze heeft ernstige wonden op haar hoofd, dus de politie denkt, dat ze bewusteloos is geslagen en daarna in het water is gelegd. Ook is duidelijk, dat ze seksueel misbruikt is.
Nadat het lichaam van Sarah is gevonden melden verschillende getuigen zich bij de politie. Eén getuige heeft op de avond van 26 maart een man in een wit busje gezien bij de rivier de Soar. Een werknemer van een tankstation geeft ook aan op die avond een man in een wit busje te hebben gezien die daar kwam tanken. Beide getuigen kunnen echter geen goede beschrijving van de bestuurder geven.
In eerste instantie twijfelt de politie of Sarah door dezelfde dader is vermoord als Susan en Caroline. Maar als ze zien dat ook haar lichaam binnen een straal van 40 km bij de andere lichamen ligt, gaan ze ervan uit dat er een verband is. Hector Clark roept alle politiebureaus op om zedendelinquenten die sinds 1978 kinderen hebben misbruikt door te geven en in database HOLMES te zetten. Zo komen ze tot een bestand van zo’n 40.000 mannen, die hieraan voldoen. Hier zit Robert Black niet tussen. Zijn enige veroordeling stamt uit 1967.
Ze schakelen de FBI in een om een profiel te schetsen van de moordenaar. Volgens dit profiel is de dader een witte man tussen de 30 en de 40 jaar oud, die weinig opleiding genoten heeft en vaak alleen is. Het motief voor de moorden zou seksueel zijn. Hij zou in het bezit kunnen zijn van kinderporno en na de dood van zijn slachtoffers nog seks hebben met de lichamen.
Twee jaar later slaat hij weer toe. Hij heeft inmiddels zijn witte fiat-busje ingeruild voor een blauwe Ford Transit. Op 24 april 1988 rijdt hij ’s avonds door Nottingham in Engeland. Het is de 15-jarige Teresa Thornhill. Waarschijnlijk denkt Robert dat ze jonger is, aangezien Teresa met haar 1.50 meter klein van stuk is. Ze is die avond met haar vriend Andrew naar het park geweest. Op de hoek van de straat hebben ze afscheid van elkaar genomen en Teresa loopt het laatste stukje alleen naar huis. Als Robert haar ziet lopen, stopt hij zijn bus en doet de motorkap open. Hij vraagt het meisje of zij hem kan helpen. Zij zegt, dat ze dat niet kan en loopt door. Robert pakt haar vanachter vast en sleept haar naar zijn bus. Teresa verzet zich met alle kracht die ze heeft. Ze schopt en slaat om zich heen en knijpt hard in zijn kruis. Robert schreeuwt het uit van de pijn. Teresa begint te gillen en schreeuwt om haar moeder. Dit hoort ook haar vriend Andrew, waarvan ze net afscheid heeft genomen. Hij rent op hen af en kan nog maar net voorkomen, dat Robert zijn vriendin het busje induwt. Robert laat haar los, springt zijn bus in en rijdt weg.
Teresa en Andrew gaan naar de politie. Ze kunnen een goede beschrijving van de dader geven. Omdat Teresa ouder is dan de reeds vermoorde kinderen koppelt de politie dit incident niet aan de moorden van de afgelopen jaren en melden het niet in het HOLMES-systeem.

Ruim twee jaar later op 14 juli 1990 ontvoert Robert voor de laatste keer een jong meisje. Hij rijdt met zijn busje door Stow, een dorpje op de grens van Engeland en Schotland. Daar ziet hij een meisje lopen. Hij stopt zijn bus, tilt het meisje op en zet haar in zijn bus. Hij bindt haar vast en legt haar in een slaapzak achterin zijn bus. Hij rijdt door, alsof er niets gebeurd is. Net buiten het dorp misbruikt hij haar. Daarna wil hij zijn werk weer oppakken en rijdt via het dorp Stow naar de dichtstbijzijnde snelweg.
Arrestatie en rechtszaak
Wat Robert niet doorheeft is, dat er getuige is, die het hele tafereel heeft zien gebeuren. Het is de gepensioneerde David Herkes. David is zijn gras aan het maaien. Hij ziet een meisje lopen op de stoep aan de overkant van de straat. Er komt een blauw busje aan rijden, die aan de rand van stoep stopt. David moet bukken om het gras uit zijn grasmaaier te halen en ziet dat de voeten van het meisje verdwijnen. Het is hem meteen duidelijk dat het meisje is opgetild en in de bus is gezet. Hij rent naar de straat en kan nog net het kenteken van de bus noteren: F517RVW. Met de kindermoorden van de afgelopen jaren in zijn achterhoofd gaat hij gelijk naar de politie. De politie stuurt meteen zes auto’s op pad. Als één van de politieauto’s bij David aankomt ziet hij het busje rijden en schreeuwt dat ze achter die bus aanmoeten. Niet veel later kunnen ze hem aanhouden. David wordt uit zijn bus gehaald en geboeid in de politieauto gezet. Eén van de agenten doet de deur van de laadruimte open. Daar ziet hij het meisje liggen in een slaapzak liggen, met vastgebonden enkels en polsen, tape op haar mond en een kap over haar hoofd. Het blijkt zijn eigen dochter te zijn.
Als Robert wordt afgevoerd zegt hij in de auto tegen de politie dat hij het meisje nauwelijks heeft aangeraakt en dat hij haar snel weer zou hebben vrijgelaten. Als het meisje in het ziekenhuis wordt onderzocht is aan haar verwondingen gezien dat ze met bruut geweld is aangerand.
Robert wordt vastgehouden op verdenking van ontvoering. Dit geeft de politie de tijd om te onderzoeken of deze ontvoering te koppelen is aan de moorden op Susan Maxwell, Caroline Hogg en Sarah Harper. Hector Clark reist af naar de gevangenis en verhoort Robert over de moorden. Hij ontkent alles. Als ze zijn busje onderzoeken vinden ze daar touwen, tape, een matras, en een polaroid camera. Op zijn zolderkamer in Stamford Hill vinden ze een grote collectie kinderporno. Ook vinden ze meisjeskleding, seksuele hulpmiddelen en een krant met een artikel over de poging tot ontvoering van Teresa Thornhill.
In november 1990 wordt Robert Black aangeklaagd voor de ontvoering van het meisje in Stow. De officier van justitie geeft aan, dat Robert een levensgevaarlijke man is, die zijn pedofiele neigingen niet onder controle kan houden. Hij wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.
Het onderzoek naar de moorden gaat door. Robert wordt verhoord en geeft tijdens de verhoren toe, dat hij tientallen meisjes heeft ontvoerd en misbruikt. Als hem wordt gevraagd naar de moorden ontkent hij alles. In de jaren erna probeert de politie bewijzen te vinden. Uit de creditcardgegevens blijkt dat Robert bij elke ontvoering in de buurt was van de woonplaats van de meisjes. Hij heeft rond de tijd van de ontvoering getankt in de buurt. Tientallen getuigen verklaren hem te hebben gezien in de woonplaatsen van de meisjes ten tijde van de ontvoering. Vooral bij de ontvoering van Caroline Hogg zijn er veel getuigen die Robert met het meisje hebben zien lopen op de boulevard en de kermis in Portobello.
In 1994 vindt de rechtszaak plaats waarin Robert wordt aangeklaagd voor de moord op Susan Maxwell, Caroline Hogg en Sarah Harper en voor de poging tot ontvoering van Teresa Thornhill. De aanklagers halen de creditcardgegevens en alle getuigenverklaringen aan als bewijs dat hij de moorden zou hebben gepleegd. De verdediging zegt dat dit alleen indirect bewijs is dat hij in de buurt was ten tijde van de ontvoering, maar dat dit niets zegt over dat Robert de meisjes heeft ontvoerd en vermoord.
Op 19 mei 1994 doet de jury uitspraak. Robert Black wordt schuldig bevonden aan alledrie de moorden en aan de poging tot ontvoering. Hij krijgt weer levenslang opgelegd. Tijdens de rechtszaak en de uitspraak heeft Robert niets gezegd en toont hij geen enkele reactie. Pas na de uitspraak als hij de rechtszaal uitloopt zegt hij tegen de betrokken rechercheurs: Goed gedaan, jongens. Hij wordt overgebracht naar de zwaarbeveiligde Wakefield-gevangenis.
Tijdens zijn verblijf in de gevangenis wordt hij meerdere malen aangevallen door medegevangenen. De ene keer met een scherp voorwerp, een andere keer wordt hij met kokend water overgoten. Hij houdt hier slechts lichte verwondingen aan over.

In 2009 wordt Robert opgeroepen om voor de rechtbank in Noord-Ierland te verschijnen. Hij wordt beschuldig voor de moord in 1981 op Jennifer Cardy, het negenjarige meisje dat met haar nieuwe fiets naar haar vriendinnetje fietste. Ook voor de moord op Jennifer wordt hij schuldig bevonden en krijgt hij een levenslange gevangenisstraf. Hij wordt overgebracht naar de zwaarbeveiligde Maghaberry gevangenis in Liburn Noord-Ierland.
Op 12 januari 2016 overlijdt Robert Black op 68-jarige leeftijd aan een hartaanval. Het duurt een paar weken voordat zijn crematie plaatsvindt, omdat lokale uitvaartmaatschappijen hun medewerking hebben geweigerd. De enige aanwezige bij zijn crematie is gevangeniskapelaan Rodney Cameron. Zijn uitvaartdienst duurt zes minuten. Zijn as is uitgestrooid op zee.
Aanbevolen
Onderstaande documentaire geeft een goed beeld van het leven en de misdaden van Robert Black.
