Naam: Joseph Kallinger
Bijnaam: ‘The Shoemaker’
Geboren: 11 december 1935, Philadelphia Pennsylvania VS
Overleden: 26 maart 1996
Aantal moorden: 3
Straf: Levenslang
Jeugd
Kallinger werd geboren als Joseph Lee Brenner III. Zijn ouders waren Joseph Lee en Judith Brenner. Judith Brenner was 20 toen ze Kallinger kreeg. Tegen die tijd was Kallingers vader niet meer in beeld en stond ze haar zoon af. Toen Kallinger twee jaar was werd hij geadopteerd door Stephen en Anna Kallinger. Ze waren Oostenrijkse immigranten die rond de 40 waren toen ze hem adopteerden. Ze hadden geen kinderen en wilden iemand die uiteindelijk hun schoenmakersbedrijf kon overnemen en op hun oude dag voor hen kon zorgen. Kallinger werd als volwassene behandeld. Hij mocht niet spelen, geen vriendjes hebben en geen kattenkwaad uithalen. Deed hij dat toch dan werd hij ernstig mishandeld door beide ouders. Ze sloegen hem met een riem, brandden zijn handen aan het fornuis of ze vertelden hem dat hij dankbaar moest zijn dat ze hem uit het weeshuis hadden gehaald. Ze dreigden hem terug te brengen als hij zich niet zou gedragen. Ze zeiden hem dat hij bezeten was door demonen. Zo vertelden ze hem eens dat een dokter de duivel uit zijn penis had gesneden, dat hij daardoor altijd een kleine penis zou houden en nooit een echte man zou worden.
Op zijn zevende ging hij stiekem het huis uit en ging naar een speelplaats in de buurt. Daar was een groepje oudere jongens, die hem seksueel misbruikten onder bedreiging van een mes. Dit zorgde ervoor dat Kallinger seks en geweld als één en hetzelfde ging zien.
Op zijn twaalfde kregen hij stemmen in zijn hoofd die hem opdrachten gaven. Hij moest bijvoorbeeld leeftijdsgenootjes pijn doen. Zo heeft hij meerdere malen onder bedreiging van een mes een jongens gedwongen zich uit te kleden. Op het moment zelf voelde hij zich machtig maar achteraf schaamde hij zich en voelde hij hoe hij gedreven werd door de stemmen in zijn hoofd. Hij was bang dat als hij niet zou luisteren naar de stemmen ze hem iets aan zouden doen.
Op zijn dertiende ontmoette hij Hilda Bergman. Hij kreeg verkering met haar ook al keurden zijn ouders haar af omdat ze niet van goede komaf was. Hij was onzeker als het om vrouwen ging omdat hij dacht nooit een echte man te kunnen worden.
Op zijn vijftiende dacht Kallinger dat hij God had gezien. God zou hem hebben gezegd, dat hij de mensheid kon redden door hun voeten te helen. Hij ging zich specialiseren in orthopedie en ging nog meer werken in het bedrijf van zijn ouders. In 1953 trouwde hij met Hilda en ging in de buurt van zijn ouders wonen. Hij startte zijn eigen schoenmakersbedrijf. Ze kregen twee kinderen. Kallinger vond zijn vrouw een slechte moeder. Ze kregen steeds meer ruzie, waarna Hilda hem en de kinderen in 1956 verliet. Kallinger was ervan overtuigd dat zij hem verlaten had omdat hij geen echte man was.
In 1958 trouwde hij met Elizabeth Baumgard. Hij was bang dat zij hem ook zou verlaten en verbood haar het huis uit te gaan zonder hem. In 1959 kreeg hij weer hallucinaties. Hij kreeg de opdracht zijn huis in brand te steken, wat hij ook deed. Van het verzekeringsgeld kocht hij een groter huis.
In 1959 werd Kallinger wakker in het ziekenhuis. Hij wist niet hoe hij daar gekomen was en zelfs niet wie hij was. Na een paar dagen kwam zijn geheugen terug. Er werd psychiatrische hulp geadviseerd maar dat werd in de wind geslagen. Hij begon eigenaardig gedrag te vertonen, zoals een bowlingbaan in zijn slaapkamer bouwen en afval van buren te verzamelen.
In 1963 kreeg hij weer een hallucinatie dat hij zijn huis in brand moest steken. In de komende vier jaar stichtte hij vier keer brand in zijn huis. In 1967 trok hij met zijn familie in zijn ouderlijk huis. Hij had inmiddels zes kinderen.
Hoewel hij zich had voorgenomen nooit zijn kinderen te mishandelen vond hij toch dat hij dit moest doen. Volgens hem hadden zijn kinderen zich misdragen op het moment dat hij jeuk kreeg. Hij wist dan niet wie wat had gedaan maar was ervan overtuigd dat jeuk betekende dat hij hen moest straffen. Dit gebeurde op dezelfde manier als zijn ouders hem hadden gestraft.
In 1971 begon hij zijn dochter seksueel te misbruiken. Volgens hem hadden ze een relatie en was hij verliefd op haar. Hij werd jaloers wanneer ze ging spelen met andere kinderen, vooral jongens. In 1972 gingen drie van zijn kinderen naar de politie om hun vader aan te geven voor mishandeling. Hij ging naar de gevangenis en werd daar onderzocht door psychiaters. Er werd schizofrenie vastegesteld. Hoewel psychiaters vonden dat hij naar een psychiatrisch centrum moest werd hij vrijgelaten omdat de rechter dacht dat hij nodig was in zijn gezin.
Misdaden
Begin 1973 kreeg Kallinger naar eigen zeggen weer een opdracht van god. Dit keer zou het een wereldveranderende missie zijn, maar hij moest zich eerst bewijzen. Hij moest meerdere mensen overvallen en beroven. Dit deed hij samen met zijn twaalfjarige zoon Michael. Twee keer per week gingen ze naar een willekeurige huis en beroofden mensen thuis van hun waardevolle spullen.
Na een half jaar tientallen mensen te hebben beroofd had hij zichzelf naar eigen zeggen genoeg bewezen en vertelde god hem zijn echte missie: hij moest elk levend mens op aarde vermoorden met een slagersmes. Dan zou hij zelf god worden. Michael hielp hem weer.
Op 7 juli 1974 benaderden ze de tienjarige Jose Collazo. Ze zeiden dat ze wat dozen moesten verhuizen en vroegen hem te helpen. Ze namen hem mee naar een verlaten fabriek. Ze verkrachtten en vermoordden hem en gingen weer naar huis.
Een paar weken later kreeg hij weer een boodschap van god. Hij moest zijn eigen zoon de dertienjarige Joseph jr. doden. Voordat hij dit deed sloot hij een levensverzekering van $45.000,- op hem af. Op 28 juli nam Kallinger zijn zonen Michael en Joseph jr. mee uit eten. Daarna gingen ze naar een verlaten huis zogenaamd om leuke foto’s te maken. Joseph jr. liep voorop en kwam bij de trap die naar een volgelopen kelder leidde. Kallinger en Michael pakten een ladder en duwden Joseph jr. het water in. Ze hielden hem onder water tot hij verdronk.
Toen hij thuiskwam gaf hij zijn zoon op als vermist. Op 9 augustus werd hij dood gevonden in het verlaten huis. Kallinger werd verhoord maar wegens gebrek aan bewijs weer vrijgelaten.
Inmiddels had hij een zevende kind gekregen. Het eenjarige meisje kreeg vreemde vlekken op haar huid. Kallinger kreeg een visioen dat hij zijn sperma moest combineren met vaginaal vocht en parfum van een vreemde vrouw en dat dat de genezing zou zijn voor de huidproblemen van zijn baby. Samen met Michael deed Kallinger twee pogingen om een vrouw te verkrachten om zo aan de benodigdheden te komen voor de genezing van zijn dochter maar beide keren lukte het hem niet gemeenschap met de vrouwen te hebben. Bij de tweede vrouw bedacht hij zich dat verkrachting niet nodig was. Hij nam haar parfum mee en wat vaginaal vocht en maakte er thuis een mix van met zijn sperma. Hij smeerde zijn dochtertje meerdere malen in met zijn brouwsel maar het had geen effect.
Op 8 januari 1975 gingen ze naar Leonia New Jersey. Ze belden aan bij de 28-jarige DeWitte Romaine die daar was met haar vierjarige zoontje en oma Blanch Smith. Kallinger dreigde haar zoontje dood te schieten als ze niet mee naar boven ging. Dit deed ze, waarna Kallinger had uitkleedde en vastbond op bed. De bel ging en Kallinger deed open. Het was de zus van Deedee, Randi. Ook haar ontkleedde hij en bond haar vast op bed. De bel ging weer en het was hun moeder Edwina, samen met nog een dochter Retta en haar man Frank Welby. Hij hield ze onder schot met zijn pistool en bond ook hen vast. De bel ging weer en dit keer was het de 21-jarige Maria Fasching, een vriendin van de familie. Zij schreeuwde tegen Kallinger en Michael dat ze weg moesten gaan, maar ook zij werd vastgebonden. Kallinger wilde als eerste Frank doden omdat hij het sterkst leek. Hij sleepte hem naar een andere kamer en trok zijn broek uit. Vervolgens eiste hij van Maria dat zij zijn penis af zou bijten en als ze weigerde zou hij haar vermoorden. Ze zei: ‘Vermoord me maar.’ Kallinger pakte zijn mes en stak haar dood.
Ondertussen wist Edwina te ontsnappen. Ze rende naar buiten en riep om hulp. Kallinger en Michael vluchtten. Ze liepen naar een park waar Kallinger zijn bebloede shirt dumpte en zich waste in een vijver. Ze namen de eerstvolgende bus terug naar Philadelphia.
Arrestatie en rechtszaak
Een hond vond het bebloede shirt dat Kallinger in het park had achtergelaten. De politie kon dit shirt linken aan Kallinger.
Op 17 januari 1975 werden Kallinger en Michael aangehouden. Ze werden verdacht van meerdere overvallen en van de moord op Maria Fasching.
Tijdens de rechtszaak vertelde Kallinger over zijn missie van god. Hij vertelde verder dat hij meer dan 100 jaar oud was en hiervoor een vlinder was geweest. Of hij dit deed om ontoerekeningsvatbaar te worden verklaard of dat hij dit echt dacht is onduidelijk. Ook was hij volop aan het boeren in de rechtszaal en zong regelmatig tijdens het proces. Hij werd voldoende toerekeningsvatbaar verklaard en kreeg levenslang.
Hij is nooit veroordeeld voor de moord op Jose Collazo of zijn zoon Joseph jr.
Michael werd naar een jeugdinrichting gestuurd in Warrendale in Pennsylvania. Na korte tijd werd hij in een pleeggezin geplaatst waar hij tot zijn 21e heeft gewoond. Daarna heeft hij zijn naam veranderd en is onbekend waar hij nu verblijft of hoe het met hem gaat.
Joseph Kallinger overleed op 26 maart 1996 in de gevangenis aan hartfalen.
Aanbevolen
Onderstaande podcast en documentaire geven een goed beeld van het leven van Kallinger.