Naam: Milena Quaglini 

Geboren: 25 maart 1957, Mezzanino Italië

Overleden: 16 oktober 2001

Aantal moorden: 3

Straf: overleden voor het proces

Jeugd 

Ze werd geboren in een klein dorpje met 1500 inwoners in Italië. Haar vader was een agressieve alcoholist die het gezin terroriseerde. Hij mishandelde zijn vrouw en kinderen. Op haar negentiende studeerde Quaglini af als accountant. 

Ze vluchtte weg van haar familie en ging in Como wonen. Om rond te komen had ze verschillende baantjes. Ze werkte als caissière, schoonmaakster en als verzorgende. Ze trouwde met Enrico. Hij was tien jaar ouder dan haar. Ze kregen een zoon. Haar man had diabetes, werd ernstig ziek en overleed. Hierdoor raakte Quaglini in een depressie. Ze begon te drinken.  

Ze verhuisde naar Travacò Siccomario. Daar ontmoette ze de tien jaar oudere Mario Fogli. Hij was vrachtwagenchauffeur. Het begin van hun huwelijk was goed, maar Mario werd steeds meer een obsessieve jaloerse en later ook agressieve alcoholist. Hij werd werkeloos. Toen Quaglini zwanger werd begon hij nog meer te drinken. Ze kregen twee kinderen. Fogli kreeg schulden omdat hij werkeloos bleef en bleef drinken. Toen de deurwaarde kwam om beslag op bezittingen te leggen ging Quaglini van hem scheiden. Ze verhuisde met haar twee kinderen naar Este. Daar ging ze op een sportschool werken. 

Misdaden (deel 1)

Om haar inkomen aan te vullen werd ze verzorgende voor een oudere man, de 83-jarige Giusto Dalla Pozza. Hij leende haar €2000,- (toen 4 miljoen lires). Op 25 oktober 1995 stelde Dalla Pozza dat Quaglini hem elke maand €250,- terug moest betalen. Als ze dit niet kon mocht ze dit op een andere manier afbetalen. Quaglini weigerde. De 83-jarige man pakte haar bij de arm, gooide haar op bed en probeerde haar te verkrachten. Quaglini vocht terug. Tijdens het gevecht sloeg ze hem met een lamp op zijn hoofd en vluchtte. Dalla Pozza bloedde hevig. Quaglini bedacht zich en ging terug naar het huis. Daar belde ze een ambulance. Ze zei dat ze hem bloedend gevonden had. Tien dagen later overleed hij in het ziekenhuis. Quaglini werd niet verdacht. Er werd uitgegaan van een overval op de man door onbekenden.

Quaglini verhuisde naar Broni. Daar woonde haar ex-man Mario Fogli. Ze kregen weer een relatie. In het begin ging dat goed. Na een tijdje werd Fogli weer agressief. Hij begon haar dagelijks uit te schelden en te slaan. Ook begon hij weer te drinken. Daarop begon Quaglini ook te drinken. Ook ging ze medicijnen gebruiken tegen haar depressies. Op 2 augustus 1998 kregen ze weer ruzie. Ze waren allebei dronken. Toen Fogli in slaap was gevallen bond Quaglini zijn handen en voeten vast en probeerde hem te wurgen. Toen Fogli wakker werd en terugvocht sloeg ze hem dood met een stuk hout. Toen haar kinderen sliepen wikkelde ze Fogli in dekens en een tapijt en legde hem  op het balkon. 

Het leven van Milena Quaglini

Arrestatie en rechtszaak (deel 1)

De volgende dag belde ze de politie en vertelde dat ze haar man had vermoord. Toen de politie kwam vertelde ze huilend dat ze hem alleen maar wilde laten schrikken. Ook tijdens de rechtszaak vertelde ze door wat voor hel ze constant met hem ging. Dat hij zoveel dronk, haar dagelijks uitschold en mishandelde. Ze kreeg 14 jaar gevangenisstraf. In hoger beroep pleitten haar advocaten dat ze psychisch ziek was en dus behandeld moest worden als patiënt en niet als crimineel. De rechter was het hiermee eens. Ze ging zes maanden in therapie in een verslavingskliniek.

Misdaden (deel 2) 

Quaglini wilde haar leven weer opbouwen maar wist niet waar en hoe ze dit moest doen. Ook haar kinderen waren haar afgenomen. Ze vroeg haar moeder om hulp maar zij weigerde. Ze kreeg  onderdak aangeboden door een politieagent. Na twee dagen probeerde hij haar te verkrachten. Ze stond weer op straat. Om toch onderdak te krijgen reageerde ze op een advertentie van iemand die een huisgenoot zocht. Dit was de 53-jarige Angelo Porello. Ze konden het in eerste instantie goed met elkaar vinden. Quaglini kwam erachter dat Porello al eens veroordeeld was voor kindermisbruik. Haar houding naar hem werd afstandelijker. Dit merkte Porello. Op 5 oktober 1999 confronteerde hij haar daarmee. Hij werd agressief. Hij sloeg haar en verkrachtte haar. Na de verkrachting deed Quaglini of er niets gebeurd was. Ze maakte koffie voor hem maar mixte dit met 20 slaappillen. Toen hij in slaap was gevallen legde Quaglini hem in een volle badkuip. Na een paar uur kwam ze terug. Hij was verdronken. Ze sleepte zijn lichaam in een nabijgelegen tuin. Quaglini vluchtte naar een andere stad. 

Arrestatie en rechtszaak (deel 2)

Na drie weken vond de politie het lichaam van Porello in verre staat van ontbinding. Ze gingen het appartement binnen om te kijken of daar aanwijzingen waren voor zijn dood. De politie vond de lege potjes slaappillen en nam contact op met Quaglini. Ze bekende de moord en gaf details over hoe ze de moord had gepleegd. De politie zag dat ze ook gelinkt kon worden aan de overlijdens van Dalla Pozza en Fogli. Quaglini bekende alles ook al was ze nooit aangeklaagd voor de dood van Dalla Pozza. Ze vertelde dat ze bij elke klap die ze kreeg van een man herbeleefde wat haar vader haar vroeger als kind had aangedaan. Dit bouwde zich dan op tot ze explodeerde.  

Haar advocaten gaven aan dat ze psychisch ziek was. De rechter liet twee psychiaters naar haar kijken. Beiden kwamen tot de conclusie dat ze behandeld moest worden in een psychiatrische kliniek in plaats van opgesloten te worden in de gevangenis. Toch kreeg Quaglini een gevangenisstaf van 8 jaar en vier maanden voor de moord op Dalla Pozza en Fogli. Voor de moord op Porello werd een derde psychiater ingeschakeld. Volgens hem was Quaglini in staat om terecht te staan voor de moord op Porello. Wel gaf hij aan dat haar daden getekend waren door de trauma’s uit haar jeugd. 

In afwachting van het oordeel van de rechter voor de moord op Porello verbleef ze in de vrouwengevangenis Vigevano. Ze kreeg hier meerdere therapieën. De therapeuten waren ervan overtuigd dat de behandelingen haar zouden helpen. Haar depressies werden echter steeds erger. Op 16 oktober 2001 had ze zichzelf opgehangen met een laken in haar cel. Ze werd overgebracht naar een ziekenhuis waar ze even later overleed. In haar cel werd een briefje gevonden dat Quaglini geschreven had: ‘Ik kan er niet meer tegen. Vergeef me moeder.’

Aanbevolen

In onderstaande podcast wordt het leven van Quaglini besproken. Op YouTube staat een achtdelige documentaire over Quaglini (Italiaans). Deel 1 delen we hier