‘Ik hoorde in mijn hoofd werkelijk Staf smeken en daarna huilen van de pijn’

Louis van Dievel, journalist en schrijver van het boek ‘De Pruimelaarstraat’, woonde als kind in dezelfde buurt als de Belgische seriemoordenaar Staf van Eyken. Hij zat op dezelfde school, was lid van dezelfde jeugdbeweging en speelde met hem op straat. In het interview dat we onlangs met hem hebben gehad geeft hij aan hoe hij Staf heeft beleefd als kind, in welke buurt zij opgroeiden en welk effect de misdaden van Staf op het dorp hebben gehad. Op 23 april 2024 is het 50 jaar geleden dat het Assisenproces van Staf van Eyken van start ging. Dit is voor journalist Louis van Dievel aanleiding om een herdruk uit te geven van zijn boek ‘De Pruimelaarstraat’, dat hij in 2006 schreef. ‘De Pruimelaarstraat’ is een roman gebaseerd op gebeurtenissen rondom Staf van Eyken.

U bent opgegroeid in dezelfde buurt als Staf van Eyken. Kunt u de buurt beschrijven? Kende u Staf als kind en speelde u met hem? Hoe was Staf als kind en hoe heeft u dat beleefd?

De buurt werd en wordt ‘De Putsesteenweg’ genoemd, naar de provinciale weg die van Mechelen naar Heist-op-den- Berg loopt.

Roman Louis van Dievel ‘De Pruimelaarstraat’

De buurt ligt op grondgebied Bonheiden, maar eigenlijk past ‘de Steenweg’ niet bij het chique dorp. Nu is dat veel minder, maar in de jaren ’60/’70 was het die kant van het dorp waar de gewone sloebers woonden, die werkten bij de conservenfabriek Marie Thumas, bij de spoorwegen (De IJzeren Weg) of in de landbouwserres. Het was een echt ‘Vlaamse’ buurt, met lelijke, vaak zelfs gebouwde huizen, waarvan er werkelijk geen enkel op het huis ernaast leek.

Staf Van Eyken woonde in De Pruimelaarstraat, een doodlopende zijstraat van de Kerselaarstraat (waar de familie Van Dievel woonde). Alle hovingen gaven op elkaar uit, gescheiden door betonnen platen en scheve draad. Ik ging naar dezelfde  vlakbij gelegen nonnenschool als Staf, we waren samen bij de jeugdbeweging (de Chiro). We speelden samen op straat. Hij was helemaal geen haantje de voorste toen ik hem kende, eerder een stille binnenvetter. We moesten compassie met hem hebben, hoorde ik mijn ouders vaak zeggen, waarbij ze naar zijn moeilijke familiale toestand verwezen.

Over de biologische vader van Staf van Eyken gaan verschillende verhalen rond. Zo zou hij een moord hebben gepleegd. Heeft u hem ontmoet en weet u daar meer over?

Warre Van Eyken was een zatlap en een zot (niet mijn woorden).  Hij was de schrik van de cafébazen, omdat hij altijd ruzie zocht met andere klanten. Ikzelf was te klein/ te jong om hem gekend te hebben. Wat ik weet komt van mijn ouders en onze buren. Op een dag, toen Staf nog geen 10 jaar oud was, was Warre Van Eyken opeens verdwenen, in lucht opgegaan. Er werd gefluisterd dat hij waarschijnlijk een moord had gepleegd, want waarom zou je anders vluchten? Maar dat is nooit hard gemaakt, bij gebrek aan slachtoffer. Feit is dat hij bij het Vreemdelingenlegioen is gegaan en zichzelf in Algerije heeft verhangen. Hij liet een vrouw, een zoon en een dochter (Jenny) na.

U gaf in eerdere interviews aan dat de buurt praatte over de stiefvader van Staf. Dat de buren regelmatig zouden horen: ‘Vake, niet doen.’ Heeft er wel eens iemand ingegrepen of contact gezocht met het gezin?

Ik heb zelf meer dan eens gehoord hoe Staf zijn stiefvader Pierre smeekte om hem niet te slaan. Niet dat het hielp. Staf kreeg geregeld van de riem, daar was echt niet veel voor nodig. Het boterde niet tussen die twee. Toen ik het boek ‘De Pruimelaarstraat’ schreef, kwam dat allemaal terug en hoorde ik in mijn hoofd werkelijk Staf smeken en daarna huilen van de pijn. De buurt kwam daar niet in tussen. Ook al keurde waarschijnlijk niemand het geweld goed. Ook al kon je de geluiden tien huizen verder nog horen. In de Pruimelaarstraat van de jaren ’60 bemoeide je je niet met andermans familietoestanden. Er werd wel druk over gepraat en gefluisterd, uiteraard. Stiefvader Pierre Jacobs was bepaald niet populair: koleriek en drankzuchtig als hij was.

Hoe werd er in de buurt gereageerd op de aanhouding en veroordeling van Staf? En kunt u zich herinneren wat er door u heenging toen u het hoorde?
Rechtszaak Staf van Eyken

Uiteraard was ik in maart 1972, toen Staf werd aangehouden, meteen op de hoogte omdat mijn oom en naamgenoot Louis van Dievel die bewuste zondagochtend het lijk van Staf’s laatste slachtoffer heeft gevonden. Nog altijd denken mensen dat ik de vinder was en dat mijn oom De Pruimelaarstraat heeft geschreven. Ik studeerde in Antwerpen in die tijd, maar ik was thuis dat weekend. ik herinner mij hoe iedereen op straat stond de praten, tot na het vallen van de duisternis, en dat er de volgende dag om acht uur al geen kranten meer te krijgen waren. De buurt was ontsteld. Het drong maar moeilijk door dat Staf, die ze allemaal hadden gekend van toen hij nog maar zo hoog was, dat hij de beruchte Vampier van Muizen was die de streek twee jaar in een angstpsychose had gehouden.

De veroordeling van Staf heb ik niet ‘live’ meegemaakt. Ik wilde met enkele medestudenten naar het vonnis van het Hof van Assisen gaan luisteren (het gerechtshof lag vlakbij onze faculteit), maar we geraakten niet meer binnen. De zaal zat overvol. Ik had het proces een week lang gevolgd via de kranten. Hoewel uit de debatten duidelijk gebleken was dat Staf een onvervalste psychopaat was, kreeg hij toch de doodstraf (enkele weken later omgezet in levenslang).  Ik belde met thuis. Daar was iedereen opgelucht dat Staf nooit meer zou vrijkomen.

Wat heeft u meegekregen van de reactie van de stiefvader van Staf op zijn aanhouding en veroordeling?

Wat ik hoorde van thuis: Pierre Jacobs dronk nog meer dan vroeger en verwaarloosde zichzelf en het huis in de Pruimelaarstraat. Hij was een paria geworden. Hij is geëindigd in de psychiatrische instelling van Duffel (bij Mechelen).

Uw oom Lode van Dievel heeft het lichaam van Lutgarde van der Wilt gevonden. Hebt u daar ooit met hem over gesproken? Wat zei hij daarover?

Mijn oom kan er nog altijd niet over zwijgen.

In hoeverre ziet u een verband tussen de jeugd van Staf en zijn latere misdaden?

Ik den dat er wel zeker een verband is. Als we er geredelijk mogen van uitgaan dat iemands opvoeding/jeugd bepalend is voor de mens die je later wordt, dan had Staf wel zijn deel van de pech gehad. Verdwenen vader, gewelddadige stiefvader, zieke moeder, gestorven stiefzusje (Christel stierf samen met de bejaarde buren door de uitwasemingen van de kachel), slechte vrienden, gedwongen opname in een jeugdinstelling op zijn veertiende… Dat is geen vergoelijking van zijn gruwelijke misdaden, maar het geeft context. Het moet de klik hebben gegeven die van een passieve psychopaat een actieve psychopaat maakt,

Heeft u na zijn veroordeling nog contact met Staf gezocht? Waarom wel of niet? Zou u het willen?

Neen. Ik had het in die jaren veel te druk met sex, drugs & rock ’n roll. Pas in het begin van de nieuwe eeuw, toen ik met he idee speelde om een roman te schrijven over Staf en de Pruimelaarstraat, heb ik contact gezocht. We hebben een tiental brieven uitgewisseld. En toen het boek verscheen, ben ik het hem in de gevangenis van Leuven gaan bezorgen.

Wilt u verder nog iets kwijt over Staf?
Louis van Dievel

Wat mij van het verschijnen van ‘De Pruimelaarstraat’ in september 2006 het meest is bij gebleven is het volgende: de ‘zaak Staf Van Eyken’ was toen al meer dan 30 jaar oud, maar voor de vele mensen die ik voor mijn research had aangesproken, leek het allemaal alsof het nog maar drie maanden eerder was gebeurd. Overal ook waar ik in de streek het boek ging signeren, kwamen mensen mij vertellen waar ze waren en wat ze aan het doen waren op de bewuste zondag van maart 1972, toen Staf als seriemoordenaar werd ontmaskerd. Het is iets wat in het collectieve geheugen van de streek staat gegrift. Iedere keer als Staf op de televisie verschijnt of wanneer er achtergrondartikels in de kranten verschijnen, komt alles weer naar boven. En dat zal zo blijven tot de laatste mens die Staf Van Eyken van ver of nabij heeft gekend, het loodje legt.