Naam: Fritz Haarmann

Bijnaam: the Butcher of Hannover, the Vampire of Hannover, the Wolf Man

Geboren: 25 oktober 1879 Hannover, Duitsland

Overleden: 15 april 1925

Aantal moorden: 24-50+

Straf: Doodstraf

Jeugd

Haarmann was de jongste van zes kinderen. Zijn moeder Johanna was dol op hem, tot ergernis van zijn autoritaire vader Ollie. Zijn ouders trouwden toen zijn moeder 41 was, zeven jaar ouder dan zijn vader. Zijn vader was een rokkenjager maar bleef waarschijnlijk bij zijn vrouw omdat zij uit een rijke familie kwam. Haarmann hield van borduren en spelen met de poppen van zijn zus. Ook verkleedde hij zich graag in de jurken van zijn zussen. Zijn vader vond dit niet mannelijk genoeg en mishandelde en kleineerde hem. Voor Haarmann was hierdoor mannelijkheid gelijk aan agressie. Hij haatte zijn vader. Om zijn agressie kwijt te kunnen bond hij zijn zussen vast en keek toe hoe ze worstelden om zichzelf te bevrijden. 

Op school was hij verlegen en beleefd maar niet echt een goede student. Hij is twee keer blijven zitten. Ook op school werd hij mishandeld door een leerkracht. Op zijn veertiende ging hij van school. Hij werkte een tijdje als slotenmaker en ging op zijn vijftiende in militaire dienst. Hij had het naar zijn zin daar en deed goed zijn best. Na een half jaar in dienst viel hij flauw. In eerste instantie werd dit gediagnosticeerd als een angstaanval maar later werd het gezien als epilepsie. Op zijn zestiende werd hij daarom ontslagen uit militaire dienst. Hij ging werken in de sigarenfabriek van zijn vader. 

Psychiatrisch ziekenhuis waar Haarmann zat

‘S nachts ging hij erop uit. Hij lokte jonge jongens en misbruikte ze. Hij werd opgepakt en zat een paar maanden vast. Op zijn zeventiende gebeurde dit nog een keer. Hij werd onderzocht door een psychiater en de conclusie was dat hij ongeneeslijk gestoord was. Hij werd ‘voor altijd’ geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij voelde zich een aliën en buitengesloten. Dit maakte hem woedend. Na een paar maanden ontsnapte hij en vluchtte naar Zwitserland. Hier ging hij als klusjesman werken op een scheepswerf. Op zijn 20e keerde hij terug naar Hannover. Daar verloofde hij zich met Erna Loewert, een buurmeisje. 

Vlak daarna ging hij in militaire dienst waar hij het erg naar zijn zin had. Weer kreeg hij een toeval en weer werd hij onderzocht. Dit keer was de diagnose schizofrenie. Hij werd definitief ontslagen uit dienst. Haarmann kreeg een kleine uitkering omdat hij niet meer kon werken. Dit vulde hij aan met inbraken en diefstallen. De verloving met Erna werd verbroken. 

Misdaden

In de jaren erna zat hij regelmatig vast voor inbraken en diefstal. In 1913 werd hij wederom opgepakt maar dit keer werden er zoveel spullen bij hem thuis aangetroffen, dat hij vijf maar moest zitten. 

In 1918 kwam hij vrij. Hij huurde een eenkamerappartement in Hannover. Hij ging door met zijn criminele activiteiten die vooral plaatsvonden rondom het treinstation van Hannover. Ondanks zijn activiteiten werd hij informant van de politie. Vanuit zijn perspectief was dit waarschijnlijk vooral om zijn eigen handelen onder de radar te houden. Naast diefstallen lokte hij regelmatig jonge jongens, die weg waren gelopen van huis en misbruikte ze bij hem thuis.  

In september 1918 ontmoette Haarmann de zeventienjarige Friedel Rothe. Ook hij was weggelopen van huis. Rothe bracht een aantal dagen bij Haarmann thuis door. Ze hadden seks met elkaar. De seks werd steeds gewelddadiger en Rothe wilde dit niet meer. Dit maakte Haarmann zo boos dat hij hem verkrachtte, wurgde en zijn adamsappel uit zijn keel beet. Volgens Haarmann was het bijten in de adamsappel een ‘oncontroleerbare impuls’. Hij sneed het lichaam in stukken en begroef in de nachten erna de verschillende lichaamsdelen. Hij bewaarde het hoofd van Rothe wekenlang achter zijn kachel. Rothe werd als vermist opgegeven en was als laatste gezien met Haarmann. De politie kwam bij hem thuis, zonder huiszoekingsbevel, en troffen Haarmann aan terwijl hij een dertienjarige jongen verkrachtte. Hij kreeg negen maanden gevangenisstraf die hij pas  een jaar later uitzat. 

Plaatsen delict Fritz Haarmann in Hannover

In de tussentijd ontmoette hij de achttienjarige Hans Grans die ook van huis was weggelopen. Ze kregen een relatie. Ze gingen samenwonen op meerdere adressen. Ze hadden veel ruzie, gingen regelmatig uit elkaar en kwamen ook telkens weer bij elkaar. In de volgende vier jaar pleegde, zover bekend, Haarmann geen moorden. 

In maart 1922 pleegde Haarmann zijn eerstvolgende moord. Dit was op de zeventienjarige Hans Keimes. Hij werd twee maanden later gevonden in de rivier de Leine. Hij werd gevonden met een zakdoek met de initialen van Hans Grans. Haarmann beschuldigde Grans van deze moord maar Grans zat vast ten tijde van de verdwijning. Wel is bekend dat Haarmann en Grans rond die tijd ruzie hadden omdat Grans Haarmann bestolen zou hebben. 

Een jaar later ontmoette Haarmann de zeventienjarige Fritz Franke op het treinstation van Hannover. Hij nam hem mee naar huis, verkrachtte hem en beet zijn adamsappel af. Op dat moment kwam Grans binnen. Hij vroeg alleen: ‘Wanneer zal ik terugkomen?’ In de weken erna  verkocht Haarmann vlees rondom het station van Hannover. Het is nooit bekend geworden wat voor soort vlees dit was. 

In 1923 pleegde hij nog eens twaalf soortgelijke moorden. Naast deze moorden lokte hij meer jongens naar zijn huis. Soms bleven ze een paar dagen en werkten voor hem, soms verkrachtte hij ze. De jongens die hij wel vermoordde werden in de rivier de Leine gegooid. De kleding en andere bezittingen gaf Haarmann aan Grans of andere kennissen. Ook betaalde hij soms de huur met bezittingen van zijn slachtoffers. Buren vonden het wel vreemd dat regelmatig jonge jongens bij hem over de vloer kwamen. Ook vonden ze het vreemd dat hij vlees verkocht zonder ooit iets geslacht te hebben.  

In 1924 werd de frequentie van moorden verhoogd van eens per maand naar minstens twee keer per maand. Als hij de kleding van zijn slachtoffers niet weggaf of verkocht, hield hij ze zelf als een soort trofee. Er werden inmiddels zoveel jonge mannen vermist dat de inwoners van Hannover zelf onderzoek gingen doen. Ze vonden honderden botfragmenten in de rivier de Leine. 

Arrestatie en rechtszaak

De politie ging onderzoek doen. Haarmann woonde dicht bij deze  rivier, kende meerdere van de vermiste jongens en had een verleden als zedendelinquent. Omdat hij jaren als informant had gewerkt werd hij onderzocht door agenten uit Berlijn in plaats van Hannover. Deze zagen hem praten met een Karl Fromm, die later werd gearresteerd voor het bezitten van valse reisdocumenten. Fromm vertelde de politie dat hij een paar dagen bij Haarmann had geslapen en dat hij door hem verkracht was. Haarmann werd aangehouden en zijn huis werd onderzocht. Bij hem thuis werden talloze kledingstukken aangetroffen. Deze werden getoond aan ouders waarvan hun zoon werd vermist en veel van de kledingstukken werden herkend. Ook werden bloedvlekken in zijn vloerbedekking gevonden. 

Haarmann gaf een bekentenis toen de broek van één van zijn slachtoffers bij hem thuis werd gevonden en deze werd gematcht met een schedel die eerder gevonden was. Hij vertelde nooit de bedoeling te hebben gehad zijn slachtoffers te vermoorden. Hij zei dat hij tijdens de seks zo in extase raakte dat hij een oncontroleerbare impuls voelde om in de adamsappel te bijten. Vervolgens beschreef hij uitgebreid hoe hij de lichamen in stukken hakte en in de Leine dumpte en hoe hij daarvan walgde. Hij dacht tussen de 50 en 70 slachtoffers te hebben gemaakt. 

Het leven van Fritz Haarmann

Volgens Haarmann wist Hans Grans van meerdere moorden en had hij geassisteerd bij het wegwerken van de lichamen. Grans werd aangehouden en kreeg levenslang. Tijdens WOII werd hij overgeplaatst naar een concentratiekamp en kwam daarna vrij. Hij stierf in 1975. 

Op 4 december 1924 begon de rechtszaak tegen Haarmann. Het werd wereldnieuws. Haarmann genoot van de aandacht. Nonchalant sigaren rokend zat hij in de rechtszaal. Hij kreeg de guillotine voor 24 moorden op jonge jongens. Er is nooit duidelijkheid gekomen of hij wel of niet het vlees van zijn slachtoffers heeft verkocht of zelf opgegeten. Op 15 april 1925 werd hij onthoofd. Zijn laatste woorden waren: ‘Ik ben schuldig heren en hoe moeilijk het ook is, ik wil sterven als een man.’ 

Na zijn dood werden zijn hersens onderzocht. Hier werden overblijfselen van hersenvliesontsteking gevonden. Dit zou hebben geleid tot hersenbeschadiging. Zijn hoofd werd op sterk water gezet en bewaard tot 2014 op een universiteit. Daarna werd het gecremeerd.

Aanbevolen

Wij zijn enthousiast over onderstaande podcast en documentaire over Haarmann: