Wat gebeurt er met huizen van seriemoordenaars?

Zoveel seriemoordenaars, zoveel huizen waarin ze gewoond en/of gemoord hebben. De huizen zelf treft geen blaam, maar ze dragen wel een verhaal met zich mee. Soms blijft het niet bij een verhaal, maar zijn er ook slachtoffers begraven in of om het huis. Wat gebeurt er met deze huizen? Wie bepaalt wat er met de huizen gebeurt? 

Tussen hemel en aarde

In maart van dit jaar is een huis van de Belgische seriemoordenaar Marc Dutroux gesloopt. Ten tijde van zijn arrestatie bezat hij vijf huizen. Het gesloopte huis stond in Sars-la-Buissière. In de tuin van dit huis lagen de lichamen van Bernard Weinstein, Julie Lejeune (8) en Mélissa Russo (8) begraven. De gemeente kocht het huis in 2008 voor € 46.000,-. Het geld gaat naar proceskosten van de nabestaanden van de slachtoffers van Dutroux. 

Sloop van huis Dutroux

De sloop vond 26 jaar na zijn arrestatie plaats. Dit gebeurde in overleg met de families van de twee meisjes. De families van Julie en Mélissa hebben duidelijk gemaakt geen gedenkteken voor de meisjes te willen op die plek. In plaats daarvan wordt er een grasveld aangelegd. 

Een ander huis van Dutroux werd in juni 2022 gesloopt. Dit huis stond in Marcinelle, aan de Avenue de Phillippeville 128. In dit huis werden vier meisjes vermoord: Julie Lejeune (8) en Mélissa Russo (8), die later werden begraven in de tuin van het huis in Sars-la-Buissière, en An Marchal (17) en Eefje Lambrecks (19). Ook werden in dit huis Laetitia Delhez en Sabine Dardenne levend uit een kelder gehaald. In overleg met de ouders werd besloten dit huis te slopen. Wel hebben de ouders bedongen, dat de kelder waarin zoveel gruweldaden plaatsvonden, blijft bestaan. De plek moet beschikbaar blijven voor eventuele vervolgonderzoeken naar het netwerk rond Dutroux.

In mei van dit jaar is de gedenkplek onthuld op de plek van het huis. Er is een tuin aangelegd die de naam ‘Tussen hemel en aarde’ heet. De naam is bedacht door de moeders van Julie en Mélissa. 

Wonen en recreëren waar een seriemoordenaar moordde

Ook het huis van een Nederlandse seriemoordenaar is gesloopt. Dit huis stond aan de Hoofdweg 167 in Harkstede. Het was van Willem van Eijk. Hij vermoordde hier Michelle Fatol (1993), Annelise Reinders (1995) en Sasja Schenker (2001). De sloop vond plaats in 2016, zo’n vijftien jaar na zijn arrestatie. Op de plek waar Van Eijk jarenlang zijn gang kon gaan, ligt nu een recreatieplas en een nieuwe woonwijk. Zijn huis werd aangekocht door Bureau Meerstad, die verantwoordelijk is voor de bouw van nieuwbouwwijk Meerstad. Tot de sloop werd de woning door dit bureau verhuurd. Van Eijk werd was ook verdachte in de moord op drie sekswerkers, waaronder Jolanda Meijer. Tijdens de sloop waren er geen mensen van het cold case team aanwezig, omdat zij in 2001 al uitgebreid onderzoek hadden gedaan op het perceel van van Eijk. Tijdens de sloop is er niets verdachts gevonden. 

Het huis van een seriemoordenaar te koop voor 1.7 miljoen

Maar niet alle huizen waar slachtoffers zijn gevallen worden gesloopt. Integendeel. Deze week werd bekend dat het huis waarin Dennis Nilsen zijn slachtoffers vermoordde, ontleedde, opat en begroef wordt verkocht voor zo’n 1.7 miljoen euro. Van zijn appartement wordt een ‘gezinswoning’ met zes slaapkamers gemaakt. 

De huidige eigenaren kregen het advies van de makelaar om het adres van de woning te googelen, voordat ze zouden besluiten om het wel of niet te kopen. Toen ze hoorden wat er in de woning gebeurd was, waren ze al verliefd geworden op het huis. 

‘Het huis heeft tenslotte niemand vermoord’

Jeffrey Dahmer vermoordde zijn slachtoffers op twee locaties. Het appartement waar hij de meeste van zijn slachtoffers vermoordde en waar hij ook gearresteerd werd is afgebroken. De locatie waar hij zijn eerste slachtoffer vermoordde was het huis van zijn vader. Dit huis is gekocht door Rock muzikant Chris Butler. In een interview vertelt hij over zijn huis.

Huis van Dahmer dat te koop stond

‘Ik was op zoek naar een plek waar ik lawaai kon maken en niemand kwaad zou maken’, zegt hij. ‘Ik wist niet dat dit het ‘Dahmerhouse’ was. Ik zag dat ik er kon spelen met mijn band.’ Hij kocht het huis in 2005. ‘We krijgen veel lookie-lookies. Mensen rijden de oprit op en willen een rondleiding, alsof ze daar recht op hebben. Het is soms erg ongemakkelijk. We zeggen dan rustig dat het een privéwoning is en dat ze van harte welkom zijn om foto’s vanaf de weg te maken. Hetzelfde geldt voor nieuwsploegen. Ik krijg nog steeds telefoontjes van shows van het type spokenjacht en in het begin deed ik er één of twee, omdat het ‘grappig was’ maar ik ben heel voorzichtig met alles wat als uitbuiting kan worden beschouwd. Het huis heeft een geweldige sfeer, ik bedoel, het huis heeft tenslotte niemand vermoord. Ik geloof niet in geesten, en er is absoluut geen reden om te denken dat er hier iets onaangenaams is, behalve dat het een oud huis is. En oude huizen kraken, maar ik ben er vrij zeker van dat er niets uit het hiernamaals speelt met mijn wasdroger.’

De botten van Dahmers slachtoffer werden gevonden in de tuin. ‘Ik zocht naar botten in de tuin, totdat ik las hoe grondig de rechercheurs waren geweest. Ze halen eigenlijk elk stukje vuil door een zeef. De kruipruimte is echter absoluut griezelig. Blijkbaar lichtte het daar op toen ze dat luminol-spul op de muren spoten. Ik was verbaasd over hoe sommige van mijn vrienden echt schrokken en erop stonden om het huis te laten zuiveren met koosjer zout, dat soort dingen. En dat heb ik gedaan. De meeste van mijn vrienden vinden het cool en het is een geweldige plek voor Halloween-feestjes. Ik heb geen spijt van de Dahmer-aankoop en ik hou van deze plek. Ik ben zoveel verhuisd in mijn leven, ik kan me niet voorstellen dat ik nog een keer zou verhuizen.’

Je woning als onderdeel van spook- en misdaadtours

In de tuin van het pension van Dorothea Puente werden in 1988 zeven lichamen gevonden. Puente ving in het pension bejaarden en gehandicapten en vermoordde er negen mensen. Het huis werd gebouwd in 1890 en wordt gezien als een historisch gebouw. Daarom mocht het niet worden afgebroken. 

Toen Puente in 2011 overleed in de gevangenis werd het huis op een openbare veiling verkocht.  Tom en Barbara Williams kochten het pand voor $ 215.000,–.  Ze wisten wat er in het pand gebeurd was. ‘Ik dacht dat we een nieuwe verflaag konden aanbrengen en daardoor mensen konden laten vergeten wat hier gebeurd was,’ zei Barbara. Er komen echter nog steeds mensen aan de deur. In Sacramento is het huis zelf onderdeel van spook- en misdaadtours. 

QR-code op het huis van Dorothea Puente

Daarom besloten Tom en Barbara een QR-code aan de poort van het huis te hangen. Als je de QR-code scant kom je bij de documentaire ‘The House of Innocent’. Deze documentaire vertelt het verhaal over Dorothea Puente en haar misdaden.

De hens er in

De buren van twee andere seriemoordenaars zaten niet te wachten op dit soort taferelen. Zij grepen in voordat het huis van hun voormalig buurman verkocht kon worden. In 1896, toen H.H. Holmes was opgehangen voor zijn daden, kocht een ondernemer het pand. Hij wilde een toeristische attractie maken van het ‘Murder Castle’. De buren waren hier niet van gediend en staken het pand een paar maanden later in brand. In 1938 werd er een nieuw pand gebouwd op deze locatie. Er zit nu een postkantoor in. 

Ook de buren van Ed Gein grepen in. Ze wilden dat Plainfield weer een net zo rustig dorp zou worden als voor de misdaden van Gein aan het licht kwamen. Toen bekend werd dat het huis van Gein verkocht zou worden staken ze het in brand. Er is nu niets meer te zien op het terrein waar Gein voorwerpen maakte van zijn slachtoffers. 

Er is geen algemeen beleid over wat er met huizen gebeurd waarin gruwelijke misdaden hebben plaatsgevonden. Soms grijpt de gemeente in, soms worden de huizen verkocht en soms grijpen vooraf de buren al in. Behalve in het geval van Dutroux is niet te achterhalen waar het geld naartoe gaat wat er aan het pand is verdiend. In geen van de gevallen is het geld naar de seriemoordenaar gegaan.