
Naam: Gerardus Cornelis Spruit
Bijnaam: De Donald Duck-colporteur
Geboren: 12 januari 1922, Rotterdam
Overleden: 12 december 1989
Aantal moorden: 2
Straf: 20 jaar
Jeugd
Gerard Spruit was de oudste van vier zonen in een katholiek gezin. Hij werd geboren in Rotterdam, maar groeide op in Utrecht. Er was weinig liefde in het gezin. Zijn ouders hadden geen goede relatie. Zijn moeder was een harde afstandelijke egoïstische vrouw. Zijn vader mishandelde zowel zijn vrouw als zijn kinderen. Spruit kreeg als oudste zoon de meeste klappen van zijn vader. Met harde hand werd hem duidelijk gemaakt dat het nooit iets met hem zou worden. Hij had regelmatig nachtmerries en liep als kind een paar keer weg van huis. Op school bleef hij zitten en begon hij te spijbelen. Hij kleine diefstallen plegen en brandjes stichten.

In 1936 overleed zijn vader. Zijn moeder kon de opvoeding niet meer aan. Hij werd door de voogdijraad in het St. Vincentiusgesticht in Harreveld geplaatst. In het gesticht zouden moeilijk opvoedbare jongens weer in het gareel moeten worden gebracht. Volgens bronnen zou er echter seksueel misbruik plaatsvinden tussen de paters van het gesticht en de jongeren. Ook zou er veelvuldig met zijn allen gemasturbeerd worden op de slaapzalen. Op het gesticht leert hij het bakkersvak. In 1939 mag hij weer naar huis.
Eenmaal terug thuis gaat hij aan de slag als bakker. Zijn moeder is inmiddels hertrouwd en Spruit kan het goed vinden met zijn stiefvader.
Misdaden (deel 1)
In 1941 lokte Spruit een tienjarige jongen mee naar huis en misbruikte hem daar. Hij bond hem vast en deed een prop in zijn mond, zodat hij de volgende dag verder kon met zijn misdaden. De jongen wist echter de prop uit zijn mond te halen en alarm te slaan.
Arrestatie en rechtszaak (deel 1)

De politie werd gealarmeerd en toen Spruit terugkwam werd hij gearresteerd. Op 30 december 1941 werd hij veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf en voorwaardelijke TBR. Hij werd in 1942, tijdens WOII, in kamp Erika in Ommen geplaatst. Dit kamp werd geleid door Duitse SS-ers.
Eerste huwelijk
Na de oorlog keerde hij terug naar zijn moeder en stiefvader. Hij zette een huwelijksadvertentie en trouwde in 1948 met Petronella. Hij voelde niets voor haar. Ze kregen twee kinderen, Gerard en Willem, en woonden in Zaandam.
Misdaden (deel 2)
Spruit misbruikte tijdens zijn huwelijk meerdere jonge jongens. Dit deed hij in zijn vrachtwagen.
Arrestatie en rechtszaak (deel 2)
In 1952 werd Spruit gearresteerd voor het plegen van ontucht met minderjarigen. Hij kreeg zeven maanden gevangenisstraf en werd verplicht zich psychiatrisch te laten behandelen.
Tweede huwelijk
Toen hij vrijkwam had zijn vrouw de scheiding aangevraagd met zoon Willem vertrokken. Spruit verhuisde met zoon Gerard naar Amsterdam en gaat weer aan het werk als bakker. Hij zette opnieuw een huwelijksadvertentie en trouwde in 1955 met Gré. Gré had al twee kinderen en samen kregen ze in 1957 zoon Paul. Ze woonden in Amsterdam Osdorp. Spruit zorgde goed voor zijn gezin, zowel financieel als qua gezelligheid. Hij hield van orde en regelmaat.

Eind jaren vijftig kreeg Spruit een baan als bladenman bij de Geïllustreerde Pers. Hij bezorgde op een gemotoriseerde bakfiets tijdschriften aan huis in Amsterdam Zuid, waaronder de Donald Duck. Spruit had altijd jonge jongens om zich heen die hem hielpen bij de bezorging. In ruil voor iets meer dan in de nek strelen kregen de jongens soms een Donald Duck.
Het gezin had een eigen stacaravan op camping De Veldkamp op de Veluwe. Spruit organiseerde hier verschillende activiteiten voor de campinggasten. Tijdens de zomervakantie waren zijn vrouw en kinderen de hele week op de camping, Spruit zelf kwam in de weekenden.
Misdaden (deel 3)
Op woensdag 4 augustus 1971 was zijn gezin op de camping en bezorgde Spruit zijn tijdschriften in Amsterdam Zuid. Op de hoek van de Minervalaan en de Gerrit van der Veenstraat ziet hij de negenjarige Basje Bloemena. Basje wilde met een vriendje spelen maar deze was niet thuis. Spruit maakte hem wijs dat hij thuis nog wat Donald Ducks had liggen die hij wel mag hebben. Hij nam Basje mee naar zijn huis in Osdorp.

Daar misbruikte hij hem in de badkamer. Na het misbruik begon Basje te schreeuwen. Daarop pakte Spruit hem bij de keel en kneep deze dicht. Vervolgens hield hij de jongen nog een tijdlang onder water in de badkuip. Toen Basje dood was wikkelde Spruit hem met zijn kleding in een oud beddensprei. Hij reed met het lichaam rond en dumpte hem onder een struik aan doodlopende weg in Mijdrecht. Daar werd hij twee dagen later gevonden door een visser.
Hij schreef een briefje aan de moeder van Basje, waarin hij aangaf dat hij de moordenaar was en spijt had. Om de politie op een dwaalspoor te zetten schreef hij het briefje met zijn verkeerde hand en schreef hij erbij dat hij een Duitser was en weer terug naar Duitsland was vertrokken.

Er werd uitgebreid onderzoek gedaan naar de dood van Basje, maar tevergeefs. De politie kwam erachter dat het sprei waarin de jongen gewikkeld was uniek was. Er waren er 24 gemaakt waarvan er 23 waren geëxporteerd. Toen het sprei op tv werd vertoond zag Gré, dat het hun sprei was. Ze sprak haar man erop aan, maar hij zei dat hij het sprei jaren geleden al had weggegooid. Contact met de politie had volgens hem geen zin, daar zouden alleen maar moeilijkheden van komen. Gré liet het erbij.
Van 1971 tot 1974 had Spruit seksueel contact met een dertienjarige jongen. Toen de jongen verhuisde werd Spruit weer onrustig.
Op maandag 5 augustus 1974 stond Spruit met zijn kar op de hoek van de Guido Gezellestraat en de Willem Royaardsstraat in Amsterdam Zuid. Hij werd benaderd door een kind met kortgeknipt haar en een broek aan. Het kind zei tegen hem dat de Donald Duck zo leuk is. Spruit beloofde het kind een stapeltje Donald Ducks, die hij thuis zou hebben liggen. Hij nam het kind mee achterop zijn gemotoriseerde bakfiets naar zijn huis in Osdorp (zijn gezin is op de camping). Daar gingen ze samen naar de badkamer, waar Spruit het kind wilde misbruiken. Hij trok de kleren van het kind uit en zag toen dat het een meisje was. Het was de tienjarige Heleentje Isaac. Spruit werd woedend en wurgde haar met zijn overhemd. Daarna hield hij haar nog enige tijd onder water in de badkuip.

Hij stopte haar lichaam in de de wasmand. Zelf ging hij weer terug naar Amsterdam Zuid om de rest van zijn tijdschriften te bezorgen. Vervolgens kwam hij weer terug naar zijn huis, zette de wasmand met het lichaam van Heleentje in zijn Mercedes en reed naar Amsterdam-Noord. Daar dumpte hij haar lichaam in de struiken bij sportpark Elzenhagen in Amsterdam-Noord. Hij reed weer weg, maar zag dat hij haar kleding nog in zijn auto had liggen. Bij de brug aan de Klaprozenweg in Noord wilde hij haar kleding in het water gooien, maar deze bleven halverwege hangen. Hij durfde ze niet weg te halen en reed weg.
Arrestatie en rechtszaak (deel 3)
Een dag later werd het lichaam van Heleentje gevonden. Wat opviel waren de vreemde afdrukken op haar lichaam. Er werd direct grootschalig onderzoek gedaan. Tijdens een buurtonderzoek werd Spruit ondervraagd. Hij zei dat hij Heleentje niet had gezien. De politie vond hem echter nerveus overkomen. Getuigen hadden een Mercedes gezien bij het sportpark waar Heleentje gevonden was.
Toen de politie erachter kwam dat Spruit zo’n Mercedes bezat gingen ze op 8 augustus 1974 naar de camping waar Spruit met zijn zoon aan het biljarten was. Daar werd hij aangehouden en meegenomen voor verhoor.
De eerste dagen ontkende Spruit iets met de zaak te maken te hebben. Toen confronteerde de politie hem met de wasmand, waarvan de afdrukken op de huid van Heleentje te vinden waren. Ook hadden ze kauwgum bij hem thuis gevonden, waarvan Heleentje de rest van de verpakking nog in de handen had toen ze werd gevonden. Verder vond de politie in zijn garage meerdere krantenberichten over de moord op Heleentje en Basje. Toen Spruit geen antwoord wist te geven waar hij op 4 augustus 1974 tussen twaalf en twee was, bekende hij de moord op Heleentje. Korte tijd later bekende hij ook de moord op Basje.
Op 20 maart 1975 begon de rechtszaak. Deze vond grotendeels achter gesloten deuren plaats. Hem werd moord op Basje en gekwalificeerde doodslag op Heleentje ten laste gelegd. De officier eiste levenslang. Zijn advocaat gaf aan dat zijn cliënt een psychisch scheefgegroeid persoon was, die al in 1941 de juiste hulp had moeten krijgen. Zijn cliënt heeft altijd alles in zijn eentje moeten oplossen. Spruits vrouw Gré schreef in brief aan de rechtbank, waarin ondermeer stond:
De man die voor u staat is mijn man: een typisch voorbeeld van een stijve, bekrompen opvoeding. Mijn kinderen zoals ikzelf, konden het dan ook niet geloven. Als ik er dan ook maar een vermoeden van gehad zou hebben, zou het nooit gebeurd zijn. (…) Als hij maar over zijn seksproblemen had kunnen praten, maar hij durfde niet. Hij heeft een rotleven en opvoeding gehad. Zijn moeder is erg harteloos. (…) Mijn getrouwde kinderen en onze jongste zoon Paul en ikzelf laten hem dan ook niet in de steek. Hij moet het in een vlaag van waanzin hebben gedaan. (…) Ik hoop dan ook dat u de straf omzet in tbr, een psychologische behandeling. (…)

Op 3 april 1975 kreeg Spruit 20 jaar gevangenisstraf. De optie tot een ‘meer verplegende optie’ werd opengehouden. In 1976 kwam hij Rijksinrichting Veldzicht terecht, waar hij verschillende therapieën volgde. Later gingen zijn therapieën door in de Pompekliniek.
Spruit had uitgerekend, dat hij eind 1987 vrij zou kunnen komen. Hier leefde hij naartoe. Ondertussen ging hij regelmatig met verlof. Zo mocht hij de uitvaart van zijn vrouw Gré bijwonen, die in 1985 overleed. In 1987 werd zijn vrijlating afgewezen omdat er nog steeds grote kans op herhaling zou zijn.
Hij zat inmiddels weer in Rijksinrichting Veldzicht. In 1989 kwam er een volgende kans op vrijlating. Ook deze werd afgewezen. Dit was voor hem zeer teleurstellend. Op 12 december 1989 schreef hij een aantal afscheidsbrieven, waaronder aan zijn zoon Paul die als enige nog contact met hem had. Hij nam een handvol slaappillen, trok een plastic zak over zijn hoofd en stierf.
Paul Spruit
Zijn jongste zoon Paul Spruit heeft altijd contact met hem gehouden. Maar ook hij pleegde een moord. Na de arrestatie van zijn vader ging zijn moeder terug naar haar ex-man Henk Frankot. Hij mishandelde en vernederde hen constant. In 1984 werd het Paul teveel. Er knapte iets in hem tijdens de zoveelste vernedering van zijn moeder. Hij stak zijn stiefvader dood. Later vielen er nog twee doden tijdens twee roofovervallen die hij pleegde. In totaal zat hij zo’n tien jaar vast.

Daarna ging hij voorlichting geven op scholen over misdaad.
Paul Spruit sprak met Peter R. de Vries over zijn leven, misdaden en zijn vader. Peter R. de Vries schreef hierover het boek ‘Een moord kost meer levens’. Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1994. In 2023 werd dit boek verfilmd.
Aanbevolen
De podcast Moordzaken geeft een goed en gedetailleerd beeld van de misdaden van Gerard Spruit. In de podcast Onder Vuur waren wij te gast om over hem te vertellen. Deze podcast is alleen hier te beluisteren.
