Naam: Sean Vincent Gillis 

Bijnaam: The other Baton Rouge killer

Geboren: 24 juni 1962 Baton Rouge, VS

Aantal moorden: 8

Straf: Levenslang

Jeugd 

Gillis werd geboren in Baton Rouge en groeide op in het zuiden van Louisiana. Zijn vader Norman was een alcoholist en had psychische problemen. Hij hield ooit zijn zoon onder schot met een pistool. Toen hij het gezin verliet, heeft Gillis een paar jaar geen contact met hem gehad. Op zijn zeventiende kreeg hij weer contact met zijn vader, maar dat verliep niet goed. Zijn vader bleek homofiel en Gillis vond naaktfoto’s van mannen bij zijn vader thuis. Gillis werd vooral opgevoed door zijn moeder Yvonne en zijn grootouders. Zijn moeder omschrijft hem als een lief kind, dat goed mee kon komen op school, veel vriendjes had en aangepast gedrag vertoonde. In zijn puberteit was hij vaak boos en agressief. Hij sloeg dan om zich heen, op alles wat er om hem heen te vinden was. Buiten wat kleine vergrijpen als marihuana-bezit en verkeersovertredingen was hij niet met politie in aanraking geweest.  

Gillis ging na de middelbare school in een winkel werken. Thuis zat hij vooral achter de computer. Hij was geobsedeerd door porno, verminking en geweld. 

In 1992 kreeg Yvonne een baan in een andere staat. Gillis wilde niet mee en ging op zichzelf in Louisiana wonen. Na het vertrek van zijn moeder werd hij regelmatig door buren schreeuwend in de tuin gezien midden in de nacht. Ook vervloekte hij zijn moeder regelmatig, dat ze hem in de steek had gelaten. 

In 1994 kreeg hij een relatie met Terri Lemoine, waar hij mee samen bleef tot zijn arrestatie in 2004. Tijdens zijn arrestatie zei ze tegen de politie dat ze zich vergisten, dat ze zich nog nooit zo veilig bij iemand had gevoeld als bij hem, dat Gillis niet meer dan een groot kind was.  

Misdaden 

Zijneerste moord pleegde hij in maart 1994. Hij was een exclusief bejaardentehuis binnengedrongen om de 82-jarige Ann Bryan te verkrachten. Toen zij begon te gillen toen hij haar aanraakte, sneed hij haar keel door en stak haar 50 keer met een mes. Hij kende Ann Bryan, omdat hij jaren tegenover het bejaardenhuis had gewerkt. 

Tijdlijn moord Sean Vincent Gillis

Het duurde vijf jaar tot de volgende moord, omdat hij naar eigen zeggen in de jaren heel gelukkig was geweest. In januari 1999 vermoordde hij de 29-jarige Katherine Ann Hall, een zwarte drugsverslaafde prostitué. Toen Katherine in januari 1999 instapte bij Gillis in zijn auto, overmeesterde hij haar, deed een plastic kabelbinder om haar nek en wurgde haar, waarna hij haar in de keel en in haar linkeroog stak. Na het gewelddadige bloedbad tegen de jonge vrouw te hebben gepleegd, verkrachtte Gillis haar (necrofilie) en verminkte vervolgens haar lichaam. Hij dumpte haar lichaam voor een Dead End-verkeersbord. 

In mei 1999 zag Gillis zoekend naar een nieuw slachtoffer de 52-jarige Hardee Schmidt joggen. De volgende drie weken keerde hij regelmatig terug naar haar buurt, in de hoop haar weer te ontmoeten. Op zondag 30 mei reed hij haar aan, wurgde haar tot ze bewusteloos was en bracht haar naar een park waar hij haar verkrachtte en vermoordde. Hij liet haar lichaam een nacht in zijn auto, waarna hij haar dumpte. 

In november 1999 vermoordde hij de 36-jarige Joyce Williams. Hij sneed één van haar benen eraf. In januari 2000 vermoordde hij de 52-jarige Lillian Robinson en in oktober 2000 de 38-jarige Marilyn Nevils.

In oktober 2003 vermoordde Gillis de 45-jarige Johnnie Mae Williams een drugsverslaafde prostitué, die hij al jaren kende. Gillis bracht haar naar een afgelegen gebied waar hij haar sloeg, verkrachtte en wurgde en vervolgens haar lichaam verminkte met een mes. Hij poseerde haar in verschillende posities en fotografeerde hij haar.

In februari 2004 vermoordde hij zijn laatste slachtoffer, de 43-jarige Donna Bennett Johnston, ook een prostituee. Gillis legde een kabel om haar nek en wurgde haar. Volgens zijn latere verslag van de moord was het een snelle dood – het duurde ongeveer anderhalve minuut voordat ze bewusteloos raakte en iets langer voordat ze stopte met ademen.

Hij trok alle kleren van Johnston uit en legde haar lichaam op de grond waar hij haar beide borsten doorsneed en haar linkertepel afsneed. Hij sneed ook een tatoeage van haar rechterdij en verwijderde haar linkerarm bij de elleboog. Naar verluidt nam hij de arm mee en gebruikte hij later de hand die eraan vast zat om te masturberen. 

Arrestatie en proces

Bij de vindplaats van het laatste slachtoffer (Donna Bennett Johnston) werden specifieke bandensporen gevonden. In heel Baton Rouge waren slechts 90 auto’s met deze banden. Eigenaren werden opgezocht, ondervraagd en er werd DNA afgenomen, omdat er bij drie slachtoffers DNA van de dader was gevonden. Zo ook Gillis. Tijdens de ondervraging ontkende hij iets met de moord te maken te hebben, maar hij vertelde wel dat hij op die plek geweest was omdat hij nodig moest plassen. Tijdens de ondervraging vertelde hij over zijn fascinatie voor Jeffrey Dahmer, afgehakte ledematen en bloederige plaatsen delict, die hij regelmatig bekeek op internet. (Dahmer werd vermoord in 1994, het jaar van Gillis’ eerste moord). Toen het DNA van Gillis overeen bleek te komen werd hij thuis gearresteerd.

Louisiana State Penitentiary

Eenmaal gearresteerd bekende hij de drie moorden waaraan zijn DNA gelinkt was (Katherine Ann Hall, Johnnie Mae Williams en Donna Bennett Johnston). Vol enthousiasme en trots vertelde hij over de moorden, de verminkingen, de wurging, welke messen hij bij welke moord had gebruikt. Toen de rechercheur vroeg: ‘Dit waren ze niet allemaal he?’ bekende Gillis er nog vijf. Hij vertelde dat hij een hele normale man was, maar dat er soms een monster in hem omhoog kwam, die hij niet kon stoppen. Dan moest hij moorden, moest hij verminken. Zo vertelde hij, dat hij een dijbeen van een slachtoffer had opengereten, omdat hij perse wilde weten hoe de binnenkant eruit zag. Gewoon omdat ze zulke mooie benen had. 

Tijdens de rechtszaak op 21 juli 2008 werd de doodstraf geëist. Hiervoor moet de jury anoniem zijn, wat niet gebeurde. Daarom kreeg Gillis levenslang.

De bijnaam van Gillis was ‘The other Baton Rouge killer’. De bijnaam ‘The Baton Rouge killer’ was al vergeven aan Derrick Todd Lee. Lee werd in mei 2003 aangehouden. Een aantal moorden konden niet aan hem gelinkt worden, waarna de politie het vermoeden kreeg, dat er twee seriemoordenaars in diezelfde periode actief waren in Baton Rouge. 

Aanbevolen

Onderstaande documentaire geeft een beeld van de moorden van Gillis. Daarnaast vind je onze podcast over zijn leven en misdrijven.