Naam: William MacDonald

Bijnaam: The Mutilator

Geboren: 17 juni 1924, Liverpool Engeland 

Overleden: 12 mei 2015

Aantal moorden: 5

Straf: Psychiatrisch kliniek

Jeugd

William MacDonald wordt geboren op 17 juni 1924 als Allen Ginsberg in Liverpool Engeland. Hij is de tweede van drie kinderen in een Joods welvarend gezin. Er wordt van hem verwacht dat hij zich gedraagt zoals normaal is in welvarende kringen. Hij weigert zich aan te passen en wordt al snel het zwarte schaap van de familie. Zijn ouders kijken niet meer naar hem om. 

Als hij negentien jaar is gaat hij in het leger. Daar wordt hij verkracht door één van de korporaals. Dit heeft een enorme impact op hem. De rest van zijn leven houdt hij nachtmerries en herbelevingen over aan deze ervaring. Na vier jaar in dienst wordt hij gediagnosticeerd met schizofrenie en wordt naar een kliniek gestuurd. Daar wordt hij onder meer behandeld met elektroshocktherapie. 

Als hij vrij komt uit de kliniek verandert hij zijn naam en verhuisd via Canada naar Australië. 

Misdaden

De eerste moord vindt plaats in 1961 in Brisbane. William is wat gaan drinken in een pub en komt daar de 63-jarige Amos Hugh tegen. Ze drinken wat samen en gaan uiteindelijk naar het huis van Amos om daar verder te pimpelen. Na het zoveelste biertje is Amos zo dronken, dat hij in slaap valt. William grijpt hem bij zijn keel en wurgt hem. Hij blijft zijn keel dichtknijpen totdat het bloed uit zijn mond loopt. Vervolgens verminkt hij de genitaliën van hem. Hij pakt een laken en stopt dit laken in elke opening van het lichaam. Daarna doet hij het licht uit en verlaat het appartement. Voor de zekerheid verandert hij zijn naam in Alan Edward Brennan en verhuist hij van Brisbane naar Sydney. Daar gaat hij aan het werk als postsorteerder op een postkantoor. 

De tweede moord vindt plaats op 4 juni 1961 in een park in Sydney. William ziet een man, Alfred Greenfield, op een bankje zitten met een biertje. Hij gaat naast hem zitten en samen drinken ze verder. William vraagt hem mee te lopen richting het zwembad om daar nog meer alcohol te drinken. Zodra Alfred in slaap valt pakt William een mes en steekt hem zo’n 30 keer in zijn borst. Vervolgens snijdt hij het geslachtsdeel van Alfred af en neemt dit mee. Deze dumpt hij onderweg naar huis in de haven van Sydney. 

Een paar maanden later vindt een soortgelijk tafereel plaats in het Moore Park in Sydney. William ziet een man, Ernest Cobbin lopen. Hij spreekt hem aan en vraagt hem om samen wat te gaan drinken in het openbaar toilet van het park. William heeft zich al voorbereid op een bloederige avond, hij heeft een plastic regenjas over zijn kleding aangetrokken. Als ze op het toilet zitten met een biertje in de hand pakt William met zijn andere hand een mes uit zijn jas en steekt Ernest in zijn nek. Ernest weert zich af en probeert het mes van William af te pakken. Tevergeefs. William blijft hij steken tot hij uiteindelijk overlijdt. Zowel de toilet als de plastic jas van William zitten onder het bloed. Tot slot snijdt hij de genitaliën van Ernest af en neemt ze mee naar huis. De volgende dag wordt het meegenomen met de vuilnis. Inmiddels wordt de nog onbekende dader ‘The Mutilator’ genoemd. 

In het voorjaar van 1962 slaat The Mutilator weer toe. William is aan het wandelen over de Bourke Street in Sydney en spreekt een man aan, Frank McLean. Hij stelt hem voor om in een wat stiller zijstraatje samen een biertje te gaan drinken. Zodra ze het zijstraatje inslaan pakt William een mes en steekt Frank in zijn nek. Frank verliest zijn evenwicht en valt. William wil verder op hem insteken, maar hoort opeens een baby huilen. Er komt een gezin langslopen die zelfs nog even hun kant opkijkt. William verstopt zich totdat het gezin vertrokken is. Daarna maakt hij zijn klus af. Inclusief het meenemen van het geslachtsdeel van Frank. De volgende dag wordt zijn lichaam gevonden. Als de politie het lichaam ziet en hoe precies de genitaliën zijn verwijderd, vermoeden ze dat de mogelijke seriemoordenaar een arts of een chirurg is. Het lijkt hen onmogelijk, dat een leek dit zo precies kan doen. In de maanden erna worden alle artsen in en rondom Sydney onderzocht door de politie, maar zonder resultaat. 

Het is 6 juni 1962 als de 38-jarige William MacDonald, die de alias Alan Edward Brennan gebruikt, naar een cafe gaat aan de Pitt Street in Sydney Australië. Hij houdt wel van een drankje. Dat geldt ook voor de 37-jarige Patrick Joseph Hackett. Patrick is net vrij uit de gevangenis en dat gaat hij vieren. De mannen hebben elkaar nooit eerder ontmoet, maar het klikt meteen. Als de kroeg sluit, neemt William Patrick mee naar zijn huis om daar nog even verder te drinken. Patrick is zo dronken, dat hij na zijn derde biertje in slaap valt. William pakt een mes en steekt hem neer. Patrick schrikt wakker als hij het mes in zijn nek voelt. Hij pakt het mes van William af en steekt hem in zijn hand. William heeft een fikse snee, maar weet al snel het mes te heroveren. Met volle kracht steekt hij Patrick in zijn hart. Hij is op slag dood. William is nog niet klaar. Hij blijft op Patrick insteken, totdat hij zo buiten adem is, dat hij moet stoppen. De muren en zelfs het plafond zitten onder het bloed. Het mes, dat William heeft gebruikt is zo bot geworden, dat hij zijn ritueel, wat hij bij zijn vorige slachtoffers steeds uitvoerde, niet kon volbrengen: het afsnijden van de genitaliën van zijn slachtoffer. Hij komt niet verder dan alleen verminking van het geslachtsdeel van Patrick. William valt in slaap en wordt de volgende ochtend wakker in de chaos. Hij loopt naar beneden, waar hij zijn delicatessenwinkel heeft. Daar ziet hij, dat het bloed zelfs door de vloerdelen is gesijpeld op de toonbank van zijn zaak. Hij wast zichzelf en gaat naar het ziekenhuis om de wond aan zijn hand te laten behandelen. Als hij weer thuis komt sleept hij het lichaam van Patrick naar zijn winkel. Hij is ervan overtuigd, dat de politie snel zal langskomen om hem op te pakken en vlucht naar Brisbane. 

Drie weken later ruiken de buren een rottende lucht vanuit de delicatessenwinkel. Ze hebben hun buurman ook al een tijdje niet gezien, dus ze bellen de politie. De politie gaat op de geur af en vindt het lichaam. Het is al zover ontbonden, dat identificatie niet meer mogelijk is. Het enige wat ze kunnen vaststellen is, dat het een man is van middelbare leeftijd. Ze gaan ervan uit, dat het de eigenaar van de winkel is, die zij kennen als Alan Edward Brennan, het alias dat William gebruikt. 

Voordat William de delicatessenwinkel had was hij postsorteerder bij het plaatselijke postkantoor. Ook daar kennen ze hem onder zijn alias. Als zijn oud-collega’s in de krant lezen dat Alan Brennan is vermoord zijn ze geschokt. Ze gaan met zijn allen naar de begrafenis en organiseren nog een kleine herdenkingsdienst in het postkantoor.

Arrestatie en rechtszaak

William vlucht via Brisbane naar Nieuw-Zeeland om daar een nieuw leven op te bouwen. Hij wil alles achter zich laten en daar opnieuw beginnen. Na een paar weken wordt hij onrustig. Hij krijgt weer de onweerstaanbare impuls om te moorden. En om de één of andere reden wil hij dat alleen in Sydney doen. William weet dat hij gevaar loopt door terug te gaan, maar hij kan het niet langer wegdrukken. Hij moet moorden. Hij pakt de boot en gaat terug naar Sydney. 

Als hij op een avond op zoek is naar een slachtoffer wordt hij op zijn schouder getikt. Het is zijn oud-collega van het postkantoor John McCarthy. ‘Wat doe je hier, jij bent dood’, zegt hij. William schrikt zich wild. ‘Laat me met rust’, schreeuwt hij en rent weg. Dit betekent nu wel dat hij niet in Sydney kan blijven. Hij pakt zijn koffers weer en verhuist dit keer naar Melbourne. 

Ondertussen kan oud-collega John McCarthy niet geloven wat hij gezien heeft, of eigenlijk wie hij gezien heeft. John besluit naar de politie te gaan. Hij vertelt, dat hij Alan Brennan heeft gezien, dat hij helemaal niet dood is. De agent lacht hem uit en zegt, dat hij zijn roes moet uitslapen. De volgende dag gaat John nog eens. Weer wordt hij weggestuurd. Nu met het bericht dat hij knettergek is en dat als hij niet oppast hij zelf zal worden opgepakt. 

Daily Mirror 1963

John kan het niet laten rusten. Hij gaat naar de media. Hij vertelt zijn verhaal aan misdaadverslaggever Joe Morris van de Daily Mirror. Dat zijn oud-collega Alan Brennan was vermoord in zijn eigen zaak, dat hij de begrafenis had bijgewoond en dat hij hem maanden later opeens tegenkwam op straat. Joe Morris gelooft zijn verhaal wel. Hij pakt groots uit in zijn krant en kopt: ‘De zaak van het wandelende lijk’. 

Door deze publicatie moet de politie wel actie ondernemen. Ze graven het lichaam van de vermoorde man op en nemen vingerafdrukken. Waarom ze dat destijds nooit gedaan hebben is niet bekend. Deze vingerafdrukken blijken overeen te komen met die van Patrick Joseph Hackett. Als ze het lichaam verder onderzoeken zien ze, dat de genitaliën van Patrick verminkt zijn met een mes. Hierdoor kan de politie de moord op Patrick linken aan drie andere moorden, die in de afgelopen twee jaar zijn gepleegd in Sydney en aan een moord in Brisbane. 

Ondertussen is William neergestreken in Melbourne, waar hij na de ontmoeting met John McCarthy naartoe is gevlucht. Hij werkt inmiddels bij de spoorwegen en heeft de naam David Allan aangenomen. Hij waant zich daar veilig, totdat hij zijn eigen foto in de krant ziet staan, die de politie van Sydney landelijk heeft verspreid. Hij verft zijn haar en laat zijn snor staan, maar het is al te laat. Zijn collega’s hebben hem herkend. Als hij aan het eind van de week zijn weekloon incasseert wordt hij aangehouden.

Tijdens het verhoor bekent hij gelijk alle moorden. Hij vertelt over zijn onweerstaanbare drang om te moorden. Aan de politie legt hij uit, waar deze drang volgens hem vandaan komt. Als kind was hij het zwarte schaap van de familie. Hij komt uit een welvarende familie, maar hij weigerde om constant de schone schijn voor de buitenwereld op te houden. Zodra hij achttien was vluchtte hij het huis uit en ging in dienst. Daar werd hij seksueel misbruikt door een korporaal. Hij vertelt dat hij bij elke moord deze korporaal voor zich zag en dat elke castratie een castratie van deze korporaal was. Na zijn diensttijd is hij vanuit Engeland geëmigreerd naar Australië om zo ver mogelijk bij deze man vandaan te zijn. 

In september 1963 begint het proces tegen William MacDonald. Tijdens de rechtszaak vertelt hij tot in detail hoe hij zijn slachtoffers vermoordde, hoe het bloed in het rond spatte en hoe hij zijn slachtoffers castreerde. Dit wordt een aantal leden van de jury te veel. Ze vallen flauw. Er worden meerdere psychiaters gehoord over de mentale toestand van William. Zij stellen schizofrenie bij hem vast en zien hem als ontoerekeningsvatbaar. De jury en rechter zijn het daar niet mee eens. William wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor vijf moorden. Hij benadrukt de rechter dat ze hem nooit meer vrij moeten laten omdat hij zeker weet dat hij weer zal gaan moorden, mocht hij ooit vrijkomen. 

William wordt op de psychiatrische afdeling van het Long Bay Correctional Centre geplaatst. Daar wordt hij al snel krankzinnig verklaard, waarna hij wordt overgeplaatst naar een beveiligd psychiatrisch ziekenhuis. Daar heeft hij het prima naar zijn zin. In een interview dat hij in 2003 geeft zegt hij: ‘Ik wil niet meer buiten wonen. Ik zou het daar nog geen vijf minuten volhouden.’ Op 12 mei 2015 overlijdt William MacDonald op 90-jarige leeftijd.

Aanbevolen

Onderstaande podcast geeft een goed beeld van William MacDonald: