Naam: Thomas Donald Bruce McArthur

Bijnaam: The Santa Claus Killer

Geboren: 8 oktober 1951, Lindsay Canada

Aantal moorden: 8+

Straf: Levenslang

Jeugd

McArthur groeide op op een boerderij in Argyle, een klein dorp in Canada. Hij had een zus. Zijn ouders waren streng gelovig. Zijn moeder was Iers Katholiek, zijn vader was Schots Presbyteriaan. Zijn ouders hadden regelmatig ruzie over hun geloof. McArthur koos vaak voor zijn moeder tijdens deze ruzies. Naast zijn zus leefde hij samen met meerdere probleemkinderen, die door zijn ouders  op hun boerderij werden opgevangen. 

Zijn vader kleineerde hem regelmatig. Hij vond McArthur niet mannelijk genoeg. 

Tijdens zijn middelbare school leerde hij Janice Campbell kennen. In 1973 trouwden ze en verhuisden ze naar Toronto waar McArthur een baan kreeg bij warenhuis Eatons. Dit warenhuis was een paar straten verwijderd van het gebied wat de ‘homoscene’ van Toronto was. In 1979 verhuisden ze naar Oshawa. Hier kregen ze twee kinderen, Melanie en Todd. McArthur kreeg een baan als vertegenwoordiger voor Mc Gregor Socks en deed daarnaast vrijwilligerswerk in de plaatselijke kerk. 

In 1978 stierf zijn moeder en in 1981 zijn vader. 

In het streng religieuze gezin waarin McArthur opgroeide was homoseksualiteit een schande. Niet alleen in het gezin waar hij opgroeide werd homoseksualiteit afgekeurd, tot 1969 was homoseksualiteit strafbaar in Canada. In de jaren 60 en 70 waren er meerdere keren invallen op plekken waar homo’s kwamen. In 1981 was er een grote ‘schoonmaakactie’ door de politie van Toronto in de homoscene. Ze vielen badhuizen binnen omdat het ‘ontuchtige huizen’ zouden zijn. 

Zoon Todd McArthur

Begin jaren 90 begon McArthur vreemd te gaan met mannen. Hij biechtte dit op aan zijn vrouw. In 1997 gingen ze scheiden maar ze bleven nog tot 1999 bij elkaar wonen. Met name zijn zoon Todd had grote moeite met de homoseksualiteit van zijn vader. Zijn ouders ontdekten dat hij rond die tijd obscene telefoontjes pleegde naar willekeurige vrouwen. Ondertussen was hij zijn baan kwijt en was hij failliet gegaan. Rond die tijd bezocht hij een psychiater om te werken aan zijn depressies. Hij verhuisde in 1999 naar Toronto. Daar begon hij zijn eigen bedrijf als tuinarchitect. Ook zat hij rond kerst als kerstman in verschillende winkelcentra (wat hem zijn bijnaam opleverde).

Misdaden

In oktober 2001 beging hij zijn eerste (bekende) misdaad. In het appartementencomplex waar McArthur woonde sloeg hij Mark Henderson bewusteloos met een ijzeren staaf. Over de omstandigheden gaan verschillende verhalen. Een versie zegt dat ze elkaar kenden en dat McArthur kwam kijken naar het Halloween-kostuum van Henderson. Een andere versie vertelt dat ze elkaar nog nooit hadden ontmoet. Toen Henderson bijkwam belde hij de alarmcentrale. Hij werd afgevoerd naar het ziekenhuis en deed aangifte. Ondertussen had McArthur zichzelf al aangegeven bij de politie. Hij zei dat hij niet wist wat hem bezielde en dat hij zich weinig van het voorval kon herinneren. Hij zei dat het wellicht te wijten was aan een epileptische aanval. Hij kreeg twee jaar voorwaardelijk. Hij mocht geen wapens bezitten, drugs gebruiken, in de buurt van het slachtoffer komen, prostituees bezoeken of in de omgeving van de homoscene van Toronto  komen. 

Zoektocht politie in tuin

In 2010 beging hij zijn eerste (bekende) moord. Hij vermoordde Skandaraj Navaratnam. De twee mannen kenden elkaar sinds 1999. Navaratnam was een vluchteling uit Sri Lanka. Hij had af en aan een relatie met McArthur en werkte voor hem in zijn tuinbedrijf. Nadat ze uit waren geweest bij nachtclub Zipperz vermoordde McArthur hem. Hij begroef hem in een tuin waar hij het onderhoud voor deed aan de Mallory Crescent in Toronto. Als souvenir nam hij zijn armband mee. 

McArthur zat op meerdere datingsites en dating-apps. Hierop gaf hij aan op zoek te zijn naar submissive mannen die door hem over een grens willen worden geduwd. Op één van deze apps kwam hij in contact met Abdulbasir Faizic. Zijn familie wist niet dat hij, naast zijn huwelijk, zich ook begaf in de homoscene. Ook hij werd vermoord door McArthur en begraven in dezelfde tuin als zijn vorige slachtoffer. 

Zijn derde slachtoffer Majeed Kayhan was een Afghaanse vluchteling die, net als Navaratnam, soms voor McArthur werkte. McArthur had hem ontmoet via een dating-app. Ook zijn familie was niet op de hoogte van zijn homoseksuele contacten. Zijn zoon gaf hem in oktober 2012 als vermist op. 

Politieverhoor McArthur in 2016

Omdat alledrie de mannen in korte tijd waren verdwenen vanuit dezelfde homoscene Church and Wellesley in Toronto werd ‘Project Houston’ gestart door de politie. De politie kreeg een tip dat McArthur met alle drie de mannen gelinkt kon worden. Hij werd verhoord door de politie maar werd niet als verdachte gezien. McArthur gaf aan dat hij Navaratnam en Kayhan kende maar nog nooit in contact was geweest met Faizic. De gegevens van zijn aanhouding in 2001 waren inmiddels vernietigd waardoor de politie niet op de hoogte was van zijn gewelddadige verleden. 

In de jaren erna vermoordde McArthur nog vier mannen. Dit waren de Iraanse Soroush Mahmudi, de Sri Lankaanse Kirushna Kumar Kanagaratnam, dakloze psychiatrisch patiënt Dean Lisowick en de Turkse Selim Esen. Bij geen van de mannen was de familie op de hoogte van hun homoseksuele leven. Na het vermoorden van deze mannen maakte McArthur foto’s van hun lichamen. Een aantal van zijn slachtoffers verkleedde en poseerde hij. Zo hadden een aantal mannen een bontjas aan en een sigaar in hun mond. De foto’s bewaarde hij op zijn computer. 

Interview met Sean Cribbin

In de zomer van 2017 had McArthur een date met Sean Cribbin. Tijdens de date werd McArthur steeds gewelddadiger en sloeg Cribbin bewusteloos maar hij vermoordde Cribbin niet. Waarom is niet bekend. Cribbin deed aangifte bij de politie. McArthur werd verhoord. Hij vertelde tijdens dit verhoor dat de date goed was verlopen. Hij gaf aan dat Cribbin wist dat hij een submissive man zocht en dat hij hem over een grens wilde laten gaan. De politie vond dit een plausibel verhaal en liet McArthur weer gaan.  

Zijn laatste slachtoffer was de 49-jarige Andrew Kinsman. McArthur en Kinsman kenden elkaar vanuit de homoscene en zagen elkaar regelmatig. Kinsman werkte in een homobar. Daarnaast was hij een geliefd activist met een grote vriendenkring. Op 29 juni 2017 werd Kinsman als vermist opgegeven door zijn vrienden toen ze hem al een paar dagen niet konden bereiken.  

Arrestatie en rechtszaak

Toen Kinsmans vrienden in zijn appartement gingen kijken zagen ze op zijn kalender ‘Bruce’ staan op de laatste dag dat zij nog contact met Kinsman hadden gehad. Dit gaven ze door aan de politie. De politie ging videobeelden bekijken van camera’s in de buurt van zijn huis en zagen daar een Dodge Caravan uit 2004. Na onderzoek bleek er één zo’n auto te behoren aan een ‘Bruce’ en dat was die van McArthur. 

Project ‘Prisma’ werd gestart om de verdwijning van Esen en Kinsman te onderzoeken. De politie vroeg gegevens op bij verschillende datingsites en andere social media. Zo kwamen ze erachter dat McArthur aan meerdere verdwenen mannen te linken was. Ook zagen ze dat de Dodge Caravan inmiddels verkocht was. Ze spoorden de huidige eigenaar op en onderzochten de auto uitvoerig. Ze vonden DNA van Esen en Kinsman. De politie ging in het geheim het appartement binnen van McArthur en maakten een kopie van zijn harde schijf van de computer. Hierop vonden ze duizenden foto’s, waaronder foto’s van de vermiste mannen die op de foto’s inmiddels vermoord waren. 

Ondanks alle aanwijzingen dat McArthur in verband kon worden gebracht met meerdere vermiste (en wat bleek inmiddels overleden) mannen bleef de politie onderzoek doen. Hij werd wel 24 uur per dag in de gaten gehouden. Op 18 januari 2018 zag de politie dat McArthur met een jongeman zijn appartement inging. Dit was voor de politie reden genoeg om in te grijpen. Toen ze zijn appartement binnengingen zat de jongeman vastgebonden aan het bed maar hij was nog wel in leven. McArthur werd gearresteerd. 

In en rondom de tuin aan Mallory Crescent werden de acht lichamen van de mannen gevonden. Ook vond de politie na huiszoeking meerdere sieraden van de mannen. 

Rechtszaak tegen McArthur

Op 29 januari 2019 pleitte McArthur schuldig aan acht moorden. Hij kreeg levenslang. Over 25 jaar kan hij voor het eerst om vrijlating vragen. 

In de jaren 70 van de vorige eeuw vonden er ook meerdere moorden en vermissingen plaats vanuit de homoscene in Church and Wellesley in Toronto. In die periode woonde en werkte McArthur hier in de buurt. Er wordt momenteel onderzoek gedaan of McArthur hier in rol in heeft gespeeld. 

Aanbevolen

Wij waren enthousiast over onderstaande podcast, documentaire en interview. De podcast geeft een goed beeld van McArthur, zijn jeugd en misdaden. De documentaire geeft een goed beeld van hoe de kijk op de homogemeenschap invloed heeft gehad op de daden en arrestatie van McArthur. Het interview is met Sean Cribbin, een slachtoffer van McArthur die de aanslag overleefd heeft.