
Naam: Charles Panzram
Geboren: 28 juni 1891, East Grand Forks, Minnesota VS
Overleden: 5 september 1930
Aantal moorden: 20+
Straf: doodstraf
Jeugd
Panzram was de zesde uit een gezin van zeven. Zijn ouders waren immigranten uit Rusland. Zijn vader Johann Panzram was een oorlogsveteraan, zijn moeder Elizabeth Panzram een streng katholieke vrouw. Hij groeide op in armoede op een boerderij in East Grand Forks Minnesota. Door de armoede moesten alle kinderen meewerken op het land. Toen ze naar school moesten werden ze gedwongen ’s nachts te werken waardoor ze vaak maar twee uur slaap per nacht kregen. Zijn vader verliet het gezin toen Panzram zeven was.
Op zijn achtste kwam hij voor het eerst in aanraking met justitie. Hij was dronken aangetroffen op straat. Op zijn elfde werd hij weer opgepakt voor dronkenschap en pleegde hij zijn eerste misdaad. Hij brak in bij de buren en stal daar eten en een pistool. Hij werd naar de Minnesota State Training School, een tuchtschool gestuurd. Daar werd hij ernstig mishandeld en verkracht door personeelsleden. Hij was het zat en stak de tuchtschool in brand. Over zijn verblijf daar zei hij later: ‘Wij werden zwaar mishandeld. In ruil heb ik in hun thee geürineerd en in over ijs gemasturbeerd.’
Op zijn veertiende werd hij naar een volgende tuchtschool gestuurd. Hij had geld gestolen uit de portemonnee van zijn moeder en was weggelopen van huis. Ook hier werd hij mishandeld en misbruikt. Hij wilde daar een priester doodschieten maar zijn pistool weigerde. Hij ontsnapte samen met een vriend James Benson en werd dakloos.
Misdaden

Panzram en Benson overleefden door overvallen en inbraken. In 1907 gingen ze ieder hun eigen weg. Panzram zwierf door de VS. Hij werd meerdere keren verkracht als hij op straat sliep. Op zijn vijftiende ging hij het leger in, hij loog over zijn leeftijd. In 1908 zat hij twee jaar in de militaire gevangenis voor diefstal en niet uitvoeren van bevelen. Toen hij vrijkwam ging hij verder met diefstal en inbraken. Ook verkrachtte hij meerdere mannen. Naar eigen zeggen zou hij vanaf circa 1913 ook meerdere mannen vermoord hebben nadat hij ze had verkracht. Hij zat in de jaren erna meer vast dan dat hij vrij was. In de gevangenis werd hij telkens zwaar mishandeld omdat hij zich niet aan de regels hield.
In 1920 brak Panzram in bij voormalig president van de VS William Howard Taft. Hij had specifiek zijn huis uitgekozen omdat Taft hem naar de gevangenis had gestuurd toen hij in het leger zat. Van de opbrengst kocht hij een jacht, Akista. Ook nam hij het pistool van Taft mee. Met de Akista reisde hij een tijd rond. Naar eigen zeggen verkrachtte en vermoordde hij in die tijd tien mannen. Toen de jacht vastliep en zonk pakte hij zijn leventje vol diefstal en inbraken weer op. Hij kwam meerdere keren vast te zitten en gebruikte allerlei aliassen als hij zijn naam op moest geven. In deze tijd ging hij naast mannen ook kinderen verkrachten en vermoorden.
In 1928 kwam hij vrij na vijf jaar vast te hebben gezeten. Een maand later werd hij gearresteerd voor inbraak. Tijdens het verhoor bekende hij meerdere moorden op jonge jongens. Hij kreeg 25 jaar tot levenslang en kwam terecht in de Leavenworth Penitantial Prison. Het eerste wat hij daar zei was: ‘Laat me met rust. De eerste man die me stoort vermoord ik.’ Hij werd gezien als psychotisch en werd alleen in een cel gezet. Ook werkte hij alleen in de wasserij. Hij werd in de wasserij in de gaten gehouden door gevangenisbewaarder Robert Warnke. Warnke stond bij andere gevangenen bekend als pestkop. Panzram zei hem meerdere malen hem met rust te laten. Toen Warnke dit niet deed sloeg Panzram hem dood met een ijzeren staaf op 20 juni 1929.
Arrestatie en rechtszaak

Panzram kreeg hiervoor de doodstraf. Hij hier niet tegen in beroep. Meerdere mensenrechtenorganisaties schreven hem aan om hem te helpen niet de doodstraf te krijgen. Zijn antwoord aan hen was: ‘De enige dank die u en uw soort ooit van mij zal krijgen is dat ik hoopte dat jullie allen één nek hadden en dat ik mijn handen eromheen deed.’
Tijdens zijn verblijf in de dodencel gaf gevangenisbewaarder Henry Phillip Lesser hem geld voor een pakje sigaretten. Panzram was hierdoor geraakt: ‘Je bent de eerste in mijn leven die zomaar iets positiefs voor me doet.’ Ze kregen een hechte band, ook toen Lesser niet meer op zijn afdeling werkte. Ze begonnen een briefwisseling. Hierin schreef Panzram zijn hele levensverhaal. Hij begon de briefwisseling met: ‘In mijn leven heb ik 21 mensen vermoord, ik heb duizenden inbraken, berovingen, diefstallen en brandstichtingen gepleegd. Ik heb op meer dan 1.000 mannen sodomie gepleegd. Voor al deze dingen heb ik absoluut geen spijt.’

Op 5 september 1930 werd Panzram opgehangen. Toen de beul hem een zwarte kap over zijn hoofd wilde doen spuugde Panzram hem in het gezicht. Zijn laatste woorden waren gericht aan zijn beul: ‘Schiet op, klootzak! Ik had een dozijn mannen kunnen vermoorden terwijl jij aan het rotzooien bent.’
Aanbevolen
Onderstaande podcast en documentaire geven een goed beeld van het leven van Charles Panzram.
